Bronteksten over de tijd van
Televisie en Computer (1950-heden)
Aantallen vluchtelingen uit Oost-Duitsland:
1950 | 197788 |
1951 | 165648 |
1952 | 182393 |
1953 | 331390 |
1954 | 184198 |
1955 | 252870 |
1956 | 279189 |
1957 | 261622 |
1958 | 204092 |
1959 | 143917 |
1960 | 199188 |
1961 | 207026 |
1962 | 21356 |
1963 | 42632 |
1964 | 41876 |
1965 | 29552 |
1966 | 24131 |
1967 | 19573 |
1968 | 16036 |
Uit: A. Von Manfred e.a. Politische Weltkunde II. Themen zur Geschichte, Geographie und Politik. Stuttgart 1972, 79.
Beatrix tijdens haar inhuldiging (30 april 1980):
"Ik zweer aan het Nederlandse volk, dat ik de grondwet steeds zal onderhouden en handhaven. Ik zweer dat ik de onafhankelijkheid en het grondgebied van de staat met al mijn vermogen zal verdedigen en bewaren, dat ik de algemene en bijzondere vrijheid en de rechten van al mijn onderdanen zal beschermen, en tot instandhouding van de algemene en bijzondere welvaart alle middelen zal aanwenden, welke de wetten te mijner beschikking stellen, zoals een goed koning schuldig is te doen. Zo waarlijk helpe mij God almachtig."
Bescherming Bevolking (BB): Fallout Waarschuwing:
'Maar hoe komt u nu op tijd in die schuilgelegenheid om u tegen fallout te beschermen? Doordat het in de meeste gevallen mogelijk is, alarm te geven voor fallout. Dit gebeurt door een speciale dienst van de BB [Bescherming Bevolking], de zogenaamde ABC-dienst. Deze dienst heeft een net van meetposten door het land, dat niet alleen verbonden is met de commandoposten van de BB in ons land, maar ook nog met de overeenkomstige diensten van onze bondgenoten. In samenwerking met het KNMI in De Bilt kan men, als men weet waar een kernwapen tot ontploffing gekomen is, dan ongeveer voorspellen waar en wanneer de fallout zal neerkomen en hoe sterk ze zal zijn.
Dus zal de BB zorgen voor een fallout-waarschuwing, ongeveer een uur voordat deze gaat vallen en voor fallout-alarm, ongeveer 5 minuten tevoren. U hebt dus meestal nog wel een uur om nog het een en ander in orde te maken en 5 minuten om u terug te trekken in uw veiligste vertrek. Als alles goed gaat tenminste.
Want het kan zijn, dat de tijd ontbreekt voor een fallout-waarschuwing en u dus onmiddellijk verrast wordt door het fallout-alarm. Dat zal zich vooral kunnen voordoen wanneer men slechts enige tientallen kilometers van de atoombom zo dicht in de buurt valt, dat, zelfs als u de lichtflits niet hebt gezien, u het geluid van de explosie eerder hoort dan een signaal van de BB. Hoort u nu een dergelijke slag (en die kunt u zeker niet verwarren met het rumoer van een gewoon bombardement), dan doet u er veilig aan, dit geluid maar als een fallout-alarm op te vatten, en daarnaar te handelen. Denk echter aan de mogelijkheid van brand, die de bom kan veroorzaken, niet alleen bij u thuis, maar ook elders, welke op den duur ook naar uw huis kan overslaan.'
Bescherming Bevolking (BB): Kernwapens:
'U kunt zich dus tegen de gevolgen van een kernwapen beschermen, mits u er niet te dicht bij bent. Daarom zijn er, die zeggen dat de beste bescherming tegen kernwapens is, te zorgen dat men niet in de buurt is en dat daarom allen die in de naaste omgeving wonen van een doel, dat met een atoombom zou kunnen worden bestookt, zouden moet evacueren. Zij die zo spreken verliezen uit het oog, wat grootscheepse evacuaties zouden betekenen in ons dicht bevolkte land onder oorlogsomstandigheden; hoe het gehele maatschappelijke leven zou worden ontwricht, wanneer men vele honderdduizenden – misschien zelfs enige miljoenen – mensen huis en haard zou doen verlaten en hen elders zou inkwartieren; welke risico's dit met zich zou brengen voor de geëvacueerden, wanneer zij zich tegen fallout moeten beschermen; hoe zij hun bezittingen zouden terugvinden, of misschien zelfs niet zouden terugvinden, wanneer de evacuatie niet nodig zou zijn geweest. Evacuatie kan heel wel onnodig zijn, want zelfs al een oorlog is uitgebroken staat niet vast, dat dit een kernwapenoorlog zal zijn en evenmin, dat tegen alle doelen die daarvoor in aanmerking zouden kunnen komen atoombommen zullen worden gebruikt.
Daarom zal niet worden geëvacueerd, tenzij er aanwijzingen zijn, dat dit in bepaalde gevallen noodzakelijk is. Dan zal een evacuatie zich in zeer korte tijd, in slechts weinige uren moeten kunnen voltrekken. De plannen daarvoor zijn of worden uitgewerkt. Blijf daarom in uw woonplaats totdat de regering het sein voor evacuatie geeft.'
Bescherming Bevolking (BB): Luchtgevaar:
'Wanneer het ondanks alle pogingen een oorlog af te wenden toch zover zou komen is het gevaar, waardoor u zeker in het begin het eerst bedreigd wordt, het luchtgevaar.
Daarom wordt in dit boekje behandeld wat luchtgevaar betekent en wat u daartegen kunt doen.
Luchtgevaar betekent kans op bommen en raketten, en wel in soorten.
Deze bommen veroorzaken verwoestingen en branden. Soms kunnen zij bovendien radioactieve neerslag teweeg brengen, in de Engelse taal 'fallout' genoemd. Omdat het korter is wordt dit woord ook meer gebruikt.
Evenals in de vorige oorlog zijn er nog steeds brisantbommen, die door direct geweld en luchtdruk slachtoffers maken en verwoestingen aanrichten, soms ook branden veroorzaken, en brandbommen, die zoals de naam al zegt branden verwekken.
Beide soorten bommen kunnen ook door elkaar worden uitgeworpen.
Bovendien moet in toenemende mate rekening worden gehouden met raketten. Zij kunnen uit vliegtuigen worden geschoten, maar ook van de grond, eventueel over afstanden van honderden en zelfs duizenden kilometers.
In de laatste dagen van de vorige oorlog zijn voor het eerst ook atoombommen gebruikt. Zij bleken het begin te zijn van een geheel nieuwe ontwikkeling van kleinere en grotere atoombommen, van waterstofbommen en van nog gevaarlijker wapens die in de eerstkomende jaren gelukkig nog niet aan een praktische toepassing toe zullen zijn. Deze wapens berusten op de kennis, die men zich langzamerhand heeft verworven van de kerndeeltjes van alle stof. Daarom heeft met alle atoom- en waterstofbommen (en raketten die een dergelijke lading dragen) samengevat onder de naam kernwapenen, of, met een vreemd woord, nucleaire wapenen. Daarentegen noemt men alle andere aanvalsmiddelen de conventionele.
Wij hopen dat er geen oorlog komt. Wij hopen, dat als een oorlog onvermijdelijk blijkt, het geen kernoorlog zal worden. Maar er zijn atoombommen en waterstofbommen en er is dus de kans, dat zij gebruikt zullen worden. Daarom moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid van een kernwapenoorlog, niet alleen bij de militaire voorbereidingen, maar ook bij de bescherming van de bevolking, want ook in dat geval mag u niet machteloos zijn; en hoeft u het ook niet te zijn.'
Uit: Bescherming Bevolking, Toelichting op de wenken voor de bescherming van uw gezin en uzelf, oktober 1961.
Black Power:
In Newark kwamen elfhonderd topmannen bijeen van de 'Black Power'-beweging. In hun uitspraken school weinig vredeswil:
– 'Als dit land niet verandert, zullen de zwarte mensen het platbranden.'
– 'Vroeg of laat komt de dag van de Mau Mau.'
– 'Er zal opstand zijn zolang we geen zelfbeschikking hebben.'
Er werden op de bijeenkomsten geen blanken toegelaten, maar uit de opmerkelijke verscheidenheid aan zwarte leiders die eraan deelnamen viel af te leiden, dat het idee van 'Black Power' in dit land een geheel nieuwe betekenis heeft gekregen. De definities van de term zijn even verschillend als de aanhangers ervan. Floyd McKissick, de nationale voorzitter van het 'Congress of Racial Equality' (CORE), zei het heel eenvoudig; 'Het betekent de overdracht van macht in de handen van de zwarte bevolking. We hebben geen macht, maar we wensen ze wel.'
Ondanks hun verscheidenheid namen de deelnemers met algemene stemmen verscheidene resoluties aan. Ze vroegen:
– paramilitaire traning voor jonge negers;
– een massale weigering van negers om in Vietnam te vechten;
– door negers bestuurde financiële instellingen op obligatiebasis, zoals kredietkantoren en banken;
– een nationale 'koop zwart'-campagne;
– een boycot van internationale sportwedstrijden, met inbegrip van de Olympische Spelen en de bokskampioenschappen;
– een tweede boycot van kerken die niet deelnemen aan de 'zwarte revolutie'
Uit: Life, 21 aug. 1967, geciteerd in: Knigge, Historisch Perspectief, 93.
Bob Dylan: The times they are changing:
'Kom vaders en moeders
kom hier en hoor toe
wij zijn jullie praatjes en wetten zo moe
Je zoons en je dochters die haatten gezag
je moraal die verveelt ons al tijden
en vlieg op als de wereld van nu je niet mag
want er komen andere tijden.
De streep is getrokken, de vloek is gelegd
op alles wat vals is en krom en onecht.
Jullie mooie verleden was bloedig en laks,
wij zullen die fouten vermijden.
En de man bovenaan is de laagste van straks,
want er komen andere tijden.
fragment uit: er komen andere tijden (The times they are a changing) van Bob Dylan, in het Nederlands vertaald door Lennaert Nijgh en gezongen door Boudewijn de Groot.
Boudewijn de Groot: Welterusten meneer de president:
'Meneer de president, welterusten.
Slaap maar lekker in je mooie witte huis.
Denk maar niet te veel aan al die verre kusten
waar uw jongens zitten, eenzaam, ver van thuis.
Denk vooral niet aan die zesenveertig doden,
die vergissing laatst met dat bombardement.
En vergeet het vierde van die tien geboden
die u als goed christen zeker kent.
Denk maar niet aan al die jonge frontsoldaten
eenzaam stervend in de verre tropennacht.
Laat die weke pacifistenkliek maar praten,
meneer de president, slaap zacht.
Droom maar van de overwinning en de zege,
droom maar van uw mooie vredesideaal
dat nog nooit door bloedig moorden is verkregen,
droom maar dat het u wel lukken zal dit maal.
Denk maar niet aan al die mensen die verrekken,
hoeveel vrouwen, hoeveel kinderen zijn vermoord.
Droom maar dat u aan het langste eind zult trekken
en geloof van al die tegenstand geen woord.
Bajonetten met bloedige gevesten
houden ver van hier op uw bevel de wacht
voor de glorie en de eer van het vrije westen.
Meneer de president, slaap zacht.
Schrik maar niet te erg wanneer u in uw dromen
al die schuldeloze slachtoffers ziet staan
die daarginds bij het gevecht zijn omgekomen
en u vragen hoe lang dit nog zo moet gaan.
En u zult toch ook zo langzaamaan wel weten
dat er mensen zijn die ziek zijn van geweld,
die het bloed en de ellende niet vergeten
en voor wie nog steeds een mensenleven telt.
Droom maar niet te veel van al die dode mensen,
droom maar fijn van overwinning en van macht.
Denk maar niet aan al die vredeswensen.
Meneer de president, slaap zacht.'
Brezjnev-Doctrine (rede op het vijfde partijcongres van Polen 1968):
'Het is bekend dat de Sovjet-Unie veel heeft gedaan om de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van de socialistische landen werkelijk te versterken. De C.P.S.U. heeft er steeds op gestaan dat elk socialistisch land de concrete vormen van zijn ontwikkeling langs de weg van het socialisme bepaalt, met inachtneming van zijn specifieke nationale omstandigheden. Het is echter ook bekend, dat er algemene wetmatigheden voor de opbouw van het socialisme bestaan, waarvan het negeren zou kunnen leiden tot een afwijken van het socialisme als zodanig. Wanneer de binnenlandse en buitenlandse krachten, die vijandig zijn aan het socialisme, trachten de ontwikkeling van een of andere socialistisch land in de richting van het herstel van de kapitalistisch orde te leiden, als er een bedreiging ontstaat voor de zaak van het socialisme in dat land, een bedreiging voor de veiligheid van de socialistische gemeenschap als een geheel, dan vormt dit niet langer een aangelegenheid, die alleen het volk van dat land aangaat, maar dan wordt dit tot een gemeenschappelijk vraagstuk dat alle socialistische landen raakt. Vanzelfsprekend betekent een actie, zoals militaire hulp aan een broederland, teneinde de bedreiging voor het socialistisch stelsel af te wenden een buitengewone maatregel, die is ingegeven door noodzaak.'
Bron: Keesings Historisch Archief jg 1968. in: J. Demey en R. Dhondt, Onze tijd in documenten. (Lier, 1973).
Charles de Gaulle tijdens een persconferentie naar aanleiding van de Britse aanvraag tot toetreding tot de EG, 14 januari 1963:
'Het heeft in al zijn handelen zeer bepaalde gewoonten en tradities, zeer origineel; kortom de aard, de structuur, het karakter eigen aan Groot-Brittannië verschillen diepgaand van die van de continentale staten. Hoe lang zal het duren voordat Groot-Brittannië door de manier waarop het leeft, waarop het produceert, waarop het handel drijft, opgenomen zal zijn in de gemeenschappelijke markt; voordat het begrepen is en goed meedraait?
Neem als voorbeeld de manier waarop de bevolking van Groot-Brittannië zich voedt en die in feite bestaat uit de invoer van levensmiddelen, goedkoop gekocht in beide Amerika's of in de oude dominions, gepaard gaande met aanzienlijke subsidies aan de Britse boeren. Deze gang van zaken is duidelijk strijdig met het systeem dat de Zes voor zichzelf ontwikkeld hebben.'
Clinton en de aanval op Irak (1988):
Eerder vandaag heb ik de Amerikaanse strijdkrachten bevel gegeven militaire doelen en veiligheidsdoelen in Irak te treffen. Ze hebben steun van Britse strijdkrachten. Hun missie bestaat uit het aanvallen van Iraks nucleaire, chemische en biologische wapenprogramma's en zijn militaire vermogen om buren te bedreigen.(…)
Ik wil uitleggen waarom ik, met de unanieme steun van mijn team voor nationale veiligheid, heb besloten geweld te gebruiken in Irak; waarom we nu optreden; en wat we van plan zijn te bereiken.
Zes weken geleden kondigde Saddam Hussein aan dat hij niet langer zou medewerken aan de wapeninspecties van de Verenigde Naties, genaamd UNSCOM. (…) Geconfronteerd met Saddams meest recente daad van opstandigheid eind oktober bouwden we intensieve diplomatieke druk op Irak op, gesteund door overweldigende militaire macht in de regio. (…)
Toen Saddam nog steeds niet gehoorzaamde, bereidden we ons voor op militaire actie. Het was slechts op het allerlaatste moment dat Irak zich bedacht. Het bezwoer de VN dat het, ik citeer nu, een duidelijk en onvoorwaardelijk besluit had genomen om de samenwerking met de wapeninspecteurs te hervatten. (…)
De afgelopen drie weken hebben de VN-wapeninspecteurs hun plan uitgevoerd om Iraks medewerking te testen. De proefperiode eindigde dit weekeind, en afgelopen nacht rapporteerde UNSCOM's voorzitter Richard Butler de resultaten aan secretaris-generaal Annan. De conclusies zijn grimmig, ontnuchterend en diep verontrustend. (…) Samenvattend: de inspecteurs zeggen dat, zelfs als ze in Irak kunnen blijven, hun werk een schijnvertoning zou zijn. Saddams bedrog heeft hun effectiviteit ondergraven. In plaats van dat de inspecteurs Saddam ontwapenen, ontwapent Saddam de inspecteurs.
Deze situatie vormt een duidelijke en onmiddellijke bedreiging van de stabiliteit in de Perzische Golf en de veiligheid van alle mensen. (…) Dus moesten we in actie komen en wel meteen. (…) Daarom heb ik, na een unanieme aanbeveling van mijn team voor nationale veiligheid — inclusief de vice-president, de minister van Defensie, de voorzitter van de gezamenlijke chefs van staven, de minister van Buitenlandse Zaken en de adviseur voor nationale veiligheid — bevel gegeven voor een sterke, aanhoudende serie luchtaanvallen tegen Irak. Ze zijn bedoeld om Saddams vermogen om massavernietigingswapens te ontwikkelen en in gebruik te nemen te verzwakken, alsmede zijn vermogen zijn buren te bedreigen. Tegelijkertijd sturen we een krachtige boodschap aan Saddam. Als u zich roekeloos gedraagt, betaalt u een zware prijs.
We zijn vandaag in actie gekomen omdat, naar het oordeel van mijn militaire adviseurs, een snelle reactie Saddam het meest verrast en de minste kans biedt om zich voor te bereiden. Als we na het rapport van voorzitter Butler enkele dagen hadden gewacht, hadden we Saddam meer tijd gegeven zijn troepen te verspreiden en zijn wapens te beschermen.
Tevens begint de heilige maand van de moslims Ramadan komend weekeind. Om tijdens Ramadan een militaire actie in gang te zetten, zou diep beledigend zijn voor moslims en zodoende onze relaties met Arabische landen beschadigen en de vooruitgang die we hebben geboekt in het Midden-Oosten. Dit wilden we beslist vermijden (…)
Laat ik afsluiten met een ander thema. Saddam Hussein en andere vijanden van de vrede hebben wellicht gemeend dat het huidige ernstige debat in het Huis van Afgevaardigden de Amerikanen zou afleiden of hun vastberadenheid om hem te trotseren, zou verzwakken. Maar eens te meer hebben de Verenigde Staten bewezen dat, hoewel we nooit graag geweld gebruiken, we daartoe bereid zijn als Amerika's vitale belangen op het spel staan.
Clinton over zijn relatie met Monica Lewinsky tegenover het Amerikaanse volk (1998):
'Goedenavond,
Vanmiddag heb ik in deze kamer, in deze stoel getuigd voor het bureau van de onafhankelijke aanklager en de grand jury. Ik heb hun vragen naar waarheid beantwoord, ook de vragen over mijn privé-leven, vragen die geen Amerikaanse burger ooit zou willen beantwoorden.
Desalniettemin moet ik de volledige verantwoordelijkheid van al mijn daden, openbare en persoonlijke, op me nemen. En daarom richt ik mij vanavond tot u.
Zoals u weet, werden mij tijdens een verhoor in januari vragen gesteld over mijn verhouding met Monica Lewinsky. Terwijl mijn antwoorden wettelijk correct waren, verstrekte ik niet vrijwillig informatie.
Ik had inderdaad een relatie met mejuffrouw Lewinsky die ongepast was. Dat was in feite een vergissing. Het was een ernstige beoordelingsfout en een persoonlijk gebrek van mijn kant, waarvoor ik zelf alleen en geheel verantwoordelijk ben.
Maar ik heb de grand jury vandaag verteld en ik verklaar u nu dat ik op geen enkel moment wie dan ook heb gevraagd te liegen, bewijs te verbergen of te vernietigen of iets onwettigs te ondernemen.
Ik weet dat mijn uitlatingen en mijn zwijgen over deze zaak een verkeerde indruk gaven. Ik misleidde mensen, onder wie zelfs mijn vrouw. Daar heb ik diepe spijt van.
Ik kan u alleen zeggen dat ik veel redenen had om dit te doen. Allereerst om mezelf de schaamte over mijn eigen gedrag te besparen. Ook wilde ik mijn gezin beschermen. Het feit dat deze vragen werden gesteld in het kader van een proces met politieke achtergronden dat inmiddels is geseponeerd, speelde ook een rol.
Bovendien was ik zeer bezorgd over het onderzoek van een onafhankelijke aanklager dat begon met particuliere zakentransacties van twintig jaar geleden, waarover ik nu kan zeggen dat een onafhankelijk federaal bureau twee jaar geleden niet heeft kunnen aantonen dat ik of mijn vrouw iets fouts zou hebben gedaan.
Het onderzoek van de onafhankelijke aanklager ging zich daarna richten op mijn staf en vriendenkring, en vervolgens op mijn privé-leven. En nu wordt dit onderzoek zelf onderwerp van onderzoek.
Dit heeft te lang geduurd, te veel gekost en te veel onschuldige mensen geschaad. Nu is het alleen nog een zaak tussen mij, de twee mensen van wie ik het meest houd –mijn vrouw en onze dochter– en onze God. Ik moet het rechtzetten en ik ben bereid alles te doen wat nodig is om dat te bereiken.
Niets is voor mij persoonlijk belangrijker. Maar het is een privé-kwestie en ik ben dan ook van plan mijn gezinsleven privé te houden. Het gaat behalve ons, niemand iets aan.
Zelfs presidenten hebben een privé-leven. Het is tijd om op te houden met het nastreven van beschadiging van personen en te stoppen met wroeten in privé-levens en door te gaan met het leven van het land. Ons land is te lang door deze affaire afgeleid en ik neem daarvoor mijn deel van verantwoordelijk op me. Meer kan ik niet doen.
Nu is het tijd –het is al lang tijd om de draad weer op te pakken. We hebben belangrijk werk te doen– echte kansen te pakken, echte problemen op te lossen en echte veiligheidskwesties aan te pakken.
Daarom vraag ik u vanavond u af te wenden van de show van de afgelopen zeven maanden, ons nationale debat in ere te herstellen en onze aandacht opnieuw te richten op alle uitdagingen en alle beloftes van de volgende Amerikaanse eeuw.
Dank u voor het kijken en goedenacht.'
Culturele Revolutie in China (1969):
Een Chinese leus:
'De Grote Overwinning van de Gedachten van Mao Zedong. Het Vruchtbaar Resultaat van de Grote Proletarische Culturele Revolutie. China voert succesvol een nieuwe proefneming met een waterstofbom uit.'
Culturele Revolutie: Lied van de Stuurman:
Voor het varen op zee
Heeft men de stuurman nodig
Leven en wasdom
Kunnen de zon niet missen
Regen en dauw
Voeden de vrucht,
Om revolutie te maken
Zijn de ideeën van Mao Zedong onmisbaar.
Vissen kunnen niet leven zonder water,
de meloen niet zonder wortels,
De revolutionaire massa's
Niet zonder de Communistische Partij.
Mao Zedongs ideeën zijn de zon,
Die eeuwig schijnt.
De Pil en de vrouwenemancipatie:
'Algemeen is men het erover eens dat de mogelijkheid om zwangerschap te voorkomen, het seksuele leven vrijer heeft gemaakt, binnen en buiten het huwelijk. Voor de vrouw zijn de veranderingen het grootst. Zij heeft nu de kans gekregen om zelf te beslissen op welke leeftijd en hoeveel kinderen zij wil. Voor het eerst is zij in staat planning in haar leven aan te brengen. Voor het eerst kan zij haar seksualiteit beleven zonder angst voor zwangerschap.
De pil is de grootste revolutie in de vrouwenemancipatie.'
Bron: Kleio mei 1983, pag. 34
De praktijken van de Stasi (geheime dienst DDR):
'De Staatssicherheitsdienst, afgekort Stasi, beheerste het hele Oostduitse leven. Naast de gewone Stasi-medewerkers, gebruikte de Stasi honderdduizenden mensen als 'verklikker'. Deze verklikkers gaven bijvoorbeeld inlichtingen over hun buren, leerlingen, collega's of sportvrienden in ruil voor een huis of een auto.
Veel mensen werden door de Stasi gedwongen of gechanteerd om anderen te verklikken. Stasi-technici plaatsten daarvoor bij hen thuis afluistermicrofoons in telefoon, radio en televisie. Dit gebeurde als de ouders werkten en de kinderen op school zaten. Ook hun post werd gecontroleerd. Als uit deze informatie een zwakheid naar voren kwam op bijvoorbeeld financieel, sociaal of seksueel gebied, kwam de Stasi in actie. De toekomstige verklikker werd vriendelijk om medewerking gevraagd. Deed hij of zij dit niet, dan werden de gegevens bekendgemaakt.'
Naar: D.J. Elzinga, Een kleine flat in Leipzig (1992).
De Rote Armee Fraktion (RAF):
Heinrich Böll over de RAF in 'Der Spiegel', 1972
'In de Bondsrepubliek wonen 60 miljoen mensen. De groep om Ulrike Meinhof heeft indertijd op zijn hoogst 30 leden gehad. Dat was een verhouding van 1 tot 2.000.000. Neemt men aan dat de groep intussen tot zes man is verminderd, dan wordt de verhouding nog spookachtiger. Dat is inderdaad een zeer gevaarlijke situatie voor de Bondsrepubliek. Het wordt tijd, de nationale noodtoestand af te kondigen. De noodtoestand van het openbare bewustzijn, die door publikaties als Bild voortdurend wordt opgejut.'
Uit: H.J.A. Hoflland in NRC Handelsblad, 4 maart 1972.
Dissidenten in de Sovjet-Unie:
De Russische dissident Andrey Amalrik publiceerde in 1976 ‘Het rad der ideologieën’.
Een fragment daaruit over de betekenis van de ideologie in de SU:
'Sacharov en Solzjenitsyn bijvoorbeeld beoordelen haar rol verschillend. Solzjenitsyn is van mening dat de ideologie nog altijd van beslissende betekenis is bij de bepaling van het overheidsbeleid. Sacharov vindt dat zij alleen dient als camouflage voor het pragmatisme van de ‘geont-ideologiseerde’ top. Mij komt het voor dat zij een zekere tussenliggende positie inneemt en geen eensgezinde ideologie is. Hoewel ik de opmerking over haar camouflerend karakter deel, is de kracht der traagheid zeer groot en het valt onmogelijk te beoordelen of er aan de top geen mensen zijn voor wie zij een ideologie in de ware zin des woords blijft.’
Bron: Examenkatern Havo/VWO, De Sovjet-Unie onder Stalin en Brezjnev
Een communist over de Sovjet-Unie:
De Amerikaanse journalist Hedrick Smith verbleef vanaf 1971 als buitenlands correspondent van ‘The New York Times’ in de SU. In 1976 publiceerde hij het boek ‘The Russians’. Daarin vertelt Smith over een ontmoeting met Volodja, een jonge functionaris van de Communistische Partij, tijdens een gezellig avondje.
'Smith vroeg hem waarom hij lid was geworden van de Partij: “Veronderstel: ik heb een vriend,” antwoordde hij bij wijze van uitleg. “We zijn samen afgestudeerd aan het hetzelfde instituut. We hebben dezelfde diploma’s en vergelijkbare baantjes. Ik ben partijlid en hij niet. Dan komt er een kans op een betere baan. Wie denk je dat die baan krijgt, hij of ik?” Hij wachtte op mijn instemmende knik en zei: “Daarom ben ik bij de Partij gegaan.” “En de ideologie?” vroeg ik. “Niemand gelooft meer in de ideologie,” zei hij. Toen voelde hij dat hij te ver was gegaan en trok terug: ”Nou ja, sommigen geloven er misschien in, maar niet veel.” “Maar wat vind je zelf van de ideologie?” “Ik heb de reputatie dat ik het marxisme-leninisme uitstekend begrijp. Ik heb het goed geleerd op het instituut. Ik kende het perfect toen ze me examineerden bij mijn toelating tot de Partij. Als ik een toespraak hou, klinkt het goed. Maar wat ik zeg en wat ik denk, zijn twee verschillende dingen.”Volodja’s vrouw voelde zich er ongemakkelijk bij en probeerde hem mee naar huis te krijgen. Maar Volodja genoot ervan het partijorakel in dit groepje te zijn. En hij wilde graag zijn eigen onafhankelijk denken tonen.’ Even later merkt Hendrick op: ‘Bijna onmerkbaar echter veranderde zijn toon. Ondanks al zijn cynisme en grappen werd het langzaam duidelijk dat hij op zijn eigen merkwaardige wijze wel degelijk ‘geloofde’. “Als ik de kans kreeg, zou ik 45% veranderen, bijna de helft,” zei hij, vol zelfvertrouwen. Op zijn lichte en speelse manier verkondigde hij toch een soort loyaliteit en begon te praten over “wat ik zal doen als ik in het Politbureau kom”.’
Bron: Examenkatern Havo/VWO, De Sovjet-Unie onder Stalin en Brezjnev
Een vlag voor de Europese Gemeenschap (1983):
Op 12 april 1983 brengt het ANP het volgende bericht:
STRAATSBURG
Met 50 stemmen voor en 19 tegen heeft het Europese Parlement in het Franse Straatsburg besloten een Europese vlag te gaan voeren.
De Griekse communisten vonden dat het parlement belangrijker zaken had om zich mee bezig te houden, terwijl socialisten wel het belang ervan kenden, maar zich afvroegen of symbolen serieuze strijd tegen werkloosheid kunnen vervangen.
Toch besloten de Europarlementariërs de valg die de Raad van Europa, een samenwerkingsverband van de 21 democratische Westeuropese landen, sinds 1955 voert, over te nemen. Twaalf gouden sterren op een blauw veld zullen in de toekomst wapperen boven alle officiële gebouwen van de EG. Een eigen vlag die het parlement voordien gebruikte, met de letters "EP" is voortaan taboe.
Engeland en de Europese samenwerking:
'Vanaf het moment dat ze lid waren geworden, hadden de Britten geklaagd over de hoeveelheid geld die ze aan de Gemeenschap moesten betalen. Er kon bijna geen vergadering voorbijgaan, of het probleem van de Britse bijdrage kwam ter tafel. De Britse economie was niet erg sterk. Toch betaalden de Britten een groot deel van de EEG-begroting. Zelfs zoveel dat ze meer betaalden dan ze aan de EEG-economie verdienden. Dit vonden zij niet eerlijk….. Tijdens de topconferentie in 1974 in Parijs wist de Britse premier Wilson gedaan te krijgen dat er een nieuwe contributieregeling met de Britten zouden worden gesloten. Als dreigmiddel had Wilson een eventueel uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de EEG achter de hand….'
Bron: J. Heiner, Europese intergratie en Nederland, pagina 47
Europese samenwerking rond 1972:
'De Verenigde Staten hadden er nooit een geheim van gemaakt dat zij het ontstaan van een hechte Europese Unie, dat wil dus zeggen een politieke eenheid, zouden toejuichen. In plaats daarvan was er een Europese Economische Gemeenschap (EEG) gegroeid, die zich tot een ernstige concurrent ontwikkelde en inderdaad de Amerikaanse hegemonie wist te doorbreken. Kissinger verklaarde dan ook in september 1972 dat de wederzijdse betrekkingen na afloop van de oorlog in Vietnam niet meer op de oude voet van veiligheid alleen geregeld konden blijven… Kissinger nodigde de West-Europese landen uit en het eens te worden over wat hij noemde een nieuw Atlantisch handvest. Zijn uitgangspunt was daarbij dat de bestaande politieke, economische en militaire probelmen in onderlinge samenhang geregeld moesten worden. Van deze plannen is (nog) niets terechtgekomen. Het zwakke punt van Kissingers Handvest was weer de bleek dat zo iets onmogelijk was.'
Bron: Onze Jaren '45- '70, pagina 3606
G.B.J. Hilterman over de Tweede Wereldoorlog en Europa:
'Wanneer nu de Tweede Wereldoorlog zulk een bijzonder gewichtige plaats zal gaan innemen in de komende geschiedenisboeken, dan is dat natuurlijk doordat het een wereldoorlog was in de letterlijke zin van het woord, waarbij in- en metterdaad vrijwel de gehele wereld betrokken is geweest en natuurlijk ook omdat het een oorlog was, die ons weer het afschuwelijke beeld te zien gaf van genocide (moord op volken), omdat het de oorlog van de gaskamers is geweest, maar in de politieke geschiedenisboeken zal die oorlog zo'n voorname rol spelen, doordat aan het einde van die oorlog voor het eerst niet was voldaan aan die wet voor het behoud van Europa's positie in de wereld. Voor het eerst was er buiten het engere Europa een macht die zowel in staat als bereid was de Europese hegemonie uit te dagen, ja, het waren er zelfs twee: zowel de Verenigde Staten van Amerika als de Unie van Socialistische Sovjet-Republikeinen waren niet alleen in staat, maar ook van zins om een einde te maken aan het enorme Europese monopolie.'
Mr. G.B.J. Hiltermann, Dit is uw wereld. Spanningen en conflicten van deze tijd (1961), 19.
Het IJzeren Gordijn gaat open:
'In 1987 bracht de Oost-Duitse president Honecker het eerste officiële staatsbezoek aan West-Duitsland. Het bestaan van twee Duitslanden was inmiddels een vanzelfsprekendheid.
Volkomen onverwacht zette de Sovjet-Unie eind jaren tachtig een nieuwe koers in, die de landen in het Oostblok het recht gaf over haar eigen lot te beschikken.
Vanaf de zomer van 1989 kwamen de ontwikkelingen in het Oostblok in een stroomversnelling. De Hongaarse regering opende de grens voor haar burgers; het IJzeren Gordijn werd doorgeknipt. Oost-Duitsers profiteerden hiervan door via de West-Duitse ambassade in Boedapest de DDR te verlaten. Hongarije liet hen ongemoeid vertrekken. Een volgende groep Oost-Duitsers vertrok via Praag naar de BRD.'
Uit: R.C. Seriese en W.H. Blok, Examenbundel Geschiedenis VWO voor 2000, 64.
Inauguratierede Bill Clinton (fragment, 1992):
'Toen de stichters van Amerika stoutmoedig de onafhankelijkheid uitriepen en onze doelstellingen aan de Almachtige verklaarden, wisten zij dat Amerika, om te overleven, zou moeten veranderen. Niet om verandering omwille van verandering, maar verandering om de idealen van Amerika te behouden: leven, vrijheid, het nastreven van geluk. Hoewel wij marcheren op de muziek van onze tijd, is onze missie tijdloos. Iedere generatie moet definiëren wat het betekent een Amerikaan te zijn.
Hoewel de uitdagingen waarvoor wij staan enorm zijn, geldt dat ook voor onze kracht. Amerikanen zijn altijd een rusteloos, zoekend en hoopvol volk geweest. Wij moeten ons thans laten inspireren door de visie en de wilskracht van degenen die voor ons kwamen. Van onze revolutie tot de Buergoorlog, tot de crisis van de jaren dertig, tot de beweging voor burgerrechten, heeft ons volk de vastberadenheid weten op te brengen om uit die crises de pijlers van onze geschiedenis te bouwen.
Onze Founding Fathers zagen zichzelf in eht licht van het nageslacht. Nageslacht is de wereld die komt., de wereld waarvoor wij onze idealen koesteren, waarvan wij onze planeet in bruikleen hebben en waartegenover wij een heilige verantwoordelijkheid dragen. Wij moeten doen wat Amerika het beste kan: meer kansen bieden aan allen en meer verantwoordelijkheid eisen van allen.
Vandaag doen we meer dan Amerika vieren; we wijden onszelf opnieuw aan de idee van Amerika. Een idee, geboren in revolutie en vernieuwd door twee eeuwen van uitdagingen. Een idee getemperd door de kennis, dat, als het lot dat had gewild, het anders had beslist en dat de armen de rijken, en de rijken de armen zouden zijn geweest.'
En dus, mede-Amerikanen, nu we op dr rand van de 21ste eeuw staan, laat ons met energie en hoop beginnen, met geloof en discipline, en laat ons werken tot ons werk is gedaan. De Schrift zegt: 'En laat ons niet moe worden van het goed doen, want te zijner tijd zullen wij oogsten, indien wij niet versagen.' Vanaf de feestelijke bergtop horen we een oproep tot dienstbaarheid in de vallei. We hebben de trompetten gehoord. We hebben de wacht gewisseld. En nu moeten we, ieder op onze eigen manier en met Gods hulp, de roep beantwoorden.'
Inhuldiging Koningin Juliana (6 september 1948):
Rede en Eed van Koningin Juliana in de Nieuwe Kerk te Amsterdam op 6 september 1948 bij haar inhuldiging.
Leden van de Staten-Generaal,Dat ik hier op het ogenblik in uw midden ben om de eed op de grondwet af te leggen, vervult mij met weemoed. Want het is een gevolg van het feit, dat mijn lieve moeder een halve eeuw lang haar krachten in dienst van het Vaderland en het Rijk heeft gegeven in een mate, dat zij nu eindelijk de zware last niet langer dragen kan. Maar het vervult mij ook met de troost, dat ik haar mag verlichten door die last met mijn onervaren handen, maar sterkere want jongere kracht, over te nemen en dat ik daarmee iets voor mijn moeder doen kan – voor haar, aan wie ik samen met de goede mens, die mijn vader was, het levenslicht en alles te danken heb.Sedert eergisteren ben ik geroepen tot een taak, die zo zwaar is, dat niemand die zich daarin ook maar een ogenblik heeft ingedacht, haar zou begeren, maar ook zo mooi dat ik alleen maar zeggen kan: "Wie ben ik, dat ik dit doen mag". De mogelijkheden, die mij hierdoor worden gegeven, om in het algemeen welzijn werkzaam te kunnen wezen, zijn zo groot, dat ik na veel innerlijke strijd bereid ben deze roeping te volgen – waarop mijn ouders mij met zorg hebben voorbereid.Overeenkomstig de bepalingen van de grondwet ben ik tot het koningschap geroepen, maar de moed om deze roep te volgen vind ik in vertrouwen op God en in de grote liefde, waarmede ons volk mij tegemoet treedt. Deze liefde heeft mij mijn hele leven begeleid. Ik leefde in de warmte daarvan in tijden van voorspoed en geluk, maar nooit bleek de kracht daarvan sterker, dan in tijden van tegenspoed en verdriet. Daarnaast ben ik gelukkig in mijn man een levensgezel naast mij te hebben, die een grote steun voor mij is en hebben wij het voorrecht zelf al onze zorgen te mogen wijden aan onze vier kinderen. Ik wil hier met nadruk vaststellen, dat voor een Koningin haar taak als moeder even belangrijk is als voor iedere andere Nederlandse vrouw.
Lieve Moeder,
Geleid door de liefde, de wijsheid en het verstand van grootmoeder, zijt gij uw zware taak begonnen met later naast u vaders gezegende persoonlijkheid. Hoe moeilijk ge het hebt gehad in een wereld van conventionele vooroordelen, waardoor speciaal de tijd waarin ge begon, zich kenmerkte, weet ik nog maar alleen, en dat zeer ten dele. Met uw scherpe visie en uw in den grond van uw hart zo sterke verbondenheid met de medemens, hebt gij echter onverstoord voor het heil der gemeenschap gewerkt. Ikzelf en allen hadden altijd het gevoel dat gij er waart, als een rots. Toen de stormen kwamen, merkte men dat pas goed. Want die rots stond dar onwrikbaar; saevis tranquillus in undis – rustig te midden der woedende golven. Ik weet dat ge in uw overgrote bescheidenheid en nederigheid, na een halve eeuw van offeren en dienen en nooit uzelf zoeken, van onafgebroken werken, zwoegen en scheppen, zegt: "Maar ik heb toch immers niets gedaan. Waarvoor dan al deze dank?"Nederland en de rijksdelen overzee hebben u een halve eeuw als "de Koningin" gekend en zelfs reeds acht moeilijke jeugdjaren daarvoor. Nu hoopt ge op een welverdiende rust, het geven van eigen zinvolle vorm aan uw levensavond. Een uiterlijk zinnebeeld, hoe ontoereikend ook, moge u nog sterker gevoel van verbondenheid geven met de besten uwer wapenbroeders in de grote strijd. In de hoop dat uw bescheidenheid u niet zal beletten, het te aanvaarden, wordt u thans als symbool van het hoogtepunt van uw regeering, uw leiderschap in de zwarte tijd van oorlog en onderdrukking, het ridderkruis der Militaire Willemsorde, eerste klas, aangeboden. Het tekenen van dit besluit was mijn eerste regeringsdaad als Koningin.
Leden van de Staten-Generaal,Wij bevinden ons op dit ogenblik van de wereldgeschiedenis in een toestand, waarin alles aankomt op onze houding tegen de dreiging van nieuwe onheilen. Nederland moet niet alleen drijvende blijven op de wilde golven van het wereldgebeuren. Het moet zelf zijn koers bepalen, en bovendien trachten met de andere volken samen de koers uit te zetten van de ganse wereldvloot. Wij moeten er niet op zien of dat offers kost. Als het nodig blijkt, moeten wij bereid zijn ballast uit te werpen. Alle hens aan dek: "Eendracht en nog eens eendracht" heeft Koningin Wilhelmina ons op het hart gebonden. Veel goede voornemens worden geuit, veel plannen worden gemaakt. Zullen wij ze ook waar maken: bij het nastreven van sociale rechtvaardigheid, culturele ontwikkeling en economische welvaart in ons kleine land met zijn grote bevolking, in het regelen op voet van vrijheid, zelfstandigheid en gelijkwaardigheid van onze verhouding tot de volkeren van Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen, in het vervullen van onze taak tussen de volken, in de wijde ruimte der wereldverhoudingen?Ja, wij kunnen en zullen waar maken, wij kunnen en zullen verwezenlijken, wat in onze macht is om te bereiken. God helpt hen, die zichzelf helpen. Doen wij dit niet en zien wij te veel op de offers, die het ons kosten zal, dan lopen wij het gevaar in de golven onder te gaan.In de laatste twintig jaren hebben in de wereldgemeenschap misdaden plaats gegrepen zo groot, dat men zich die niet te voren had kunnen voorstellen. Als een kwaadaardige besmetting heeft deze misdadigheid om zich heen gegrepen en een verwildering der geesten tengevolge gehad, die ook ons volk – ondanks een heldhaftig verweer niet geheel onaangetast heeft gelaten. Geen betere wijze om dit kwaad te bestrijden dan het opvoeden van onze jeugd tot vrije menschen met een geestelijk fundament, met een sterk verantwoordelijkheidsgevoel voor de medemens, met eerbied voor alles wat leeft en groeit en voor eens anders diepste overtuiging.Ons volk is zeer onderscheiden naar godsdienst en wereldbeschouwing. De Staten-Generaal geven daarvan een weerspiegeling en kennen, om met Willem van Oranje te spreken, "die gelegenheyt des lands ende de humeuren van de ingesetenen het best." Het is daarom aan hen te verwezenlijken die eenheid in verscheidenheid, het in eendracht behartigen van ‘s lands belang.Zo dadelijk zal ik mijn eed afleggen in honderd jaar oude bewoordingen. Daarbij zal mij voor ogen staan het zinnebeeld, waarmede ik de regering van mijn moeder kenmerkte, en dat voor mij het wezen van het Nederlandse Koningschap weergeeft: De rots temidden der woelige baren.
Leden der Staten-Generaal, tezamen zullen wij werken voor het heil van Nederland en het Rijk. Moge God onze arbeid zegenen.
Eed"Ik zweer aan het Nederlandse volk, dat Ik de grondwet steeds zal onderhouden en handhaven. Ik zweer, dat Ik de onafhankelijkheid en het grondgebied van de Staat met al Mijn vermogen zal verdedigen en bewaren; dat Ik de algemene en bijzondere vrijheid en de rechten van alle Mijne onderdanen zal beschermen, en tot instandhouding en bevordering van de algemene en bijzondere welvaart alle middelen zal aanwenden, welke de wetten te Mijner beschikking stellen, zoals een goed Koning schuldig is te doen.Zo waarlijk helpe Mij God almachtig.
John F. Kennedy over ruimtevaart (1961):
25 mei 1961
'Ik vind dat deze natie zich moet verplichten om voor het eind van dit decennium een mens op de maan te laten landen, en weer veilig terug te laten keren naar de aarde. Geen enkel ander ruimtevaartproject zal zoveel indruk maken op de mensheid, of belangrijker zijn in het ruimteonderzoek; en niets zal moeilijker of kostbaarder zijn om te volbrengen.'
http://home.planet.nl/~eling037/sitemap.htm
Joke Kool-Smit en de Tweede Feministische Golf:
'Eind jaren zestig, in de zogeheten tweede feministische golf, begonnen vrouwen zich te organiseren om de bestaande ongelijkheid op te heffen. De eerste die de onvrede van vele vrouwen met hun bestaan uitgebreid verwoordde, was Joke Smit. Zij schreef- toen nog onder de naam Joke Kool-Smit – in De Gids van november 1967 een artikel getiteld 'Het onbehagen van de vrouw'. Daarin verwerkte zij haar eigen ervaringen als vrouw en als werkende moeder met jonge kinderen. Zij betwijfelde zeer of het huwelijk wel de algemeen voorgestelde ideale roze wolk was.
Het onbehagen van Joke Smit bleek bij meer Nederlandse vrouwen te bestaan. Het artikel in De Gids bracht een golf van instemmende reacties teweeg. Voor Smit was dat aanleiding tot de oprichting van een nieuwe emancipatie-organisatie Man-Vrouw-Maatschappij (MVM).
In oktober 1968 hield MVM in Amsterdam haar officiële oprichtingsvergadering voor een gehoor van 2000 vrouwen en mannen. Voor MVM betekende emancipatie het doorbreken van traditionele rolpatronen tussen mannen en vrouwen, het creëren van gelijke kansen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs.'
Bron: Reflector, maart 1988, pagina 267
Laat je zoon studeren (cabaretlied):
Leids studenten cabaret begin jaren zestig
"Laat je zoon studeren
Laat je zoon studeren
Laat hem voor minister leren
Laat je zoon studeren aan een universiteit
Laat je zoon studeren, om de buurt te imponeren
Laat het circuleren en je aanzien is een feit"
Uit: J. van der Lans en H. Vuijsje, Lage Landen, hoge sprongen (1998)
Lockheed Affaire (1976):
'…De vice-president A. C. Kotchian gaf daarbij op 6 februari toe dat het bedrijf grote bedragen heeft betaald aan Nederlandse, Japanse en Zweedse functionarissen met het oogmerk de omzet te verhogen. Deze betalingen liepen uiteen van regelrechte steekpenningen tot hoge afsluitprovisies. Tijdens een vasthoudend kruisverhoor door de subcommissie onthulde Kotchian dat: * Lockheed $ 1.1 mln heeft betaald aan een hoge, niet bij naam genoemde Nederlandse regeringsfunctionaris. Deze betalingen, waarmee vroeg in de j aren zestig werd begonnen hadden ten doel "algemene goodwill" aan te kweken en in specifieke zin te helpen bij de verkoop van F-104 "Starfighter" jachtbommenwerpers en duikbootbestrijdingsvliegtuigen van het type P 24.'
Bron: Keesings Historisch Archief
Oud-minister van Buitenlandse Zaken Luns over Thatcher en de Falklandoorlog:
'In no time waren een veertigtal handelsschepen waaronder zelfs de Queen Elizabeth, voor oorlogsdoeleinden omgebouwd, voorzien van een roll-on/roll-off capacity, van anti-luchtgeschut, van bedden voor 12.000 man, en vergezeld van vijfentwintig oorlogsbodems zeilden deze to veler verbazing, ook van het Kremlin, naar de Falklandeilanden, […] een ongekende armada op weg naar een oorlogsdoel dat 4000 kilometer van het moederland verwijderd was. Illustratief voor die prompte, professionele Britse reactie was ook de metamorfose van de commandeur, admiraal John Richardson, die van de ene dag op de andere veranderde van een vreedzame, typisch Britse zeeofficier dagelijks te Londen met de metro onderweg van huis naar de Admiralty, de broodlunch vermoedelijk in zijn aktentas, in een krijgshaftig bevelhebber van een zeemacht zoals er lang geen, operationeel over een zo grote afstand, gezien was.'
Martin Luther King: 'I have a dream' (28 augustus 1963):
Ik ben blij vandaag bij jullie te zijn op de dag die de geschiedenis zal in gaan als de grootste demonstratie voor vrijheid ooit, in ons land. Vijf maal twintig jaar geleden tekende een groot Amerikaan, in wiens symbolische schaduw wij staan, de Proclamation of Emancipation. Dit gedenkwaardige decreet werd een groots baken van hoop voor miljoenen negerslaven die waren verschroeid in de vlammen van een verwelkend onrecht. Het was als de vreugdevolle ochtend na de lange nacht van gevangenschap.
Maar honderd jaar later moeten we het tragische feit onder ogen zien dat de neger nog steeds niet vrij is. Honderd jaar later wordt het leven van de neger nog altijd droevig beperkt door de handboeien van rassenscheiding en de ketenen van discriminatie. Honderd jaar later leeft de neger op een eenzaam eiland van armoede te midden van een grote oceaan van materiële welvaart.
Honderd jaar later verkommert de neger nog altijd in de uithoeken van de Amerikaanse maatschappij en bevindt hij zich in ballingschap in zijn eigen land. Daarom zijn we vandaag hier samengekomen, om een afschuwelijke toestand te benadrukken. In zekere zin zijn wij naar onze nationale hoofdstad gekomen om een cheque te innen. Toen de ontwerpers van onze republiek de prachtige woorden van de Grondwet en de Onafhankelijkheidsverklaring schreven, ondertekenden ze een promesse waarvan elke Amerikaan erfgenaam zou worden. Deze belofte was een belofte die alle mensen het onbetwistbare recht zou garanderen op leven, vrijheid en het najagen van geluk. Het is nu overduidelijk dat Amerika haar verplichting niet nakomt wat betreft haar gekleurde burgers.
In plaats van deze heilige verplichting na te komen, heeft Amerika de negerbevolking een waardeloze cheque overhandigd; een cheque die wordt geretourneerd met de opmerking 'ontoereikende fondsen'. Maar we weigeren te geloven dat de bank van gerechtigheid failliet is. We weigeren te geloven dat er ontoereikende fondsen zijn in de grote kluizen van mogelijkheden van dit land. Dus zijn we gekomen om deze cheque te innen, een cheque die ons na inning de rijkdom van vrijheid geeft en de veiligheid van gerechtigheid. Wij zijn tevens naar deze aanbeden plek gekomen om Amerika te herinneren aan de heftige noodzaak van nu. Er is geen tijd om rustig tot bedaren te komen of de verdovende drug der geleidelijkheid te slikken.
Nu is het moment om de belofte van democratie na te komen. Nu is het moment om uit de duistere en dorre vallei van rassenscheiding te trekken naar het zonovergoten pad van raciale gerechtigheid. Nu is het moment om alle kinderen van God een kans te geven. Nu is het moment om ons land uit het moeras te tillen van raciale ongerechtigheid op de solide rots van broederschap. Het zou fataal voor het land zijn de uiterste noodzaak hiervan over het hoofd te zien en de vastberadenheid van de neger te onderschatten.
Deze verzengende zomer van de legitieme onvrede van de neger zal niet voorbijgaan tot er een stimulerend najaar aanbreekt van vrijheid en gelijkheid. Negentien drieënzestig is geen einde maar een begin. Diegenen die hopen dat de neger stoom moest afblazen en nu tevreden zal zijn, zal ruw wakker geschud worden als het land terugkeert naar hoe het vroeger was. Het zal rustig noch stil in Amerika zijn tot aan de neger zijn burgerrechten zijn verleend. De wervelwinden van opstand zullen de grondvesten van ons land doen schudden tot de schitterende dag van gerechtigheid opdoemt. Maar er is iets wat ik mijn mensen moet zeggen die op de warme drempel staan die ons het paleis van gerechtigheid binnenleidt.
Tijdens het verkrijgen van onze rechtmatige plaats moeten we ons niet schuldig maken aan foute daden. We moeten er niet op uit zijn uit dorst voor vrijheid uit de beker van bitterheid en haat te drinken. We moeten onze strijd voeren vol waardigheid en discipline. We moeten niet toelaten dat ons creatieve protest vervalt in lichamelijk geweld. Steeds weer moeten we reiken naar de majestueuze hoogten waarin lichamelijk geweld wordt tegemoet getreden met de kracht van de ziel.
De wonderbaarlijke nieuwe strijdlust die de negergemeenschap heeft overspoeld mag niet leiden tot een wantrouwen van alle blanke mensen, want velen van onze blanke broeders, zoals blijkt uit hun aanwezigheid hier vandaag, zijn tot het besef gekomen dat hun lot is verbonden met ons lot en hun vrijheid onlosmakelijk is verbonden met onze vrijheid. We kunnen niet alleen lopen.
En terwijl we lopen, moeten we de plechtige belofte afleggen dat we door zullen gaan. We kunnen niet terugkeren. Er zijn mensen die de aanhangers van burgerrechten vragen: 'Wanneer zijn jullie tevreden?' We kunnen nooit tevreden zijn zolang de neger het slachtoffer is van onuitsprekelijke gruweldaden door wangedrag van de politie. We kunnen nooit tevreden zijn zolang onze lichamen, dodelijk vermoeid van het reizen, geen onderkomen kunnen krijgen in de motels langs de snelwegen en in de hotels in de steden. We kunnen niet tevreden zijn zolang de neger alleen maar kan verhuizen van een klein naar een groot getto.
We kunnen nooit tevreden zijn zolang een neger in Mississippi niet kan stemmen en een neger in New York gelooft dat hij niets heeft om voor te stemmen.
Nee, nee, we zijn niet tevreden en we zullen niet tevreden zijn tot gerechtigheid en rechtvaardigheid ons deel zullen zijn. Ik ben niet vergeten dat sommigen van u hier zijn gekomen na grote beproevingen en onheil. Sommigen van u komen net uit benarde gevangeniscellen. Sommigen van u zijn uit gebieden gekomen waar uw zoektocht naar vrede u geslagen heeft achtergelaten door vervolging, en wankelend door wreedheden van de politie. U bent de veteranen geweest van creatief lijden. Blijf doorgaan in de overtuiging dat onterecht lijden bevrijdend is. Ga terug naar Mississippi, ga terug naar Alabama, ga terug naar Zuid-Carolina, ga terug naar Georgia, ga terug naar Louisiana, ga terug naar de krottenwijken en getto's van onze noordelijke steden, in de wetenschap dat op de een of andere manier deze situatie kan en zal veranderen. We moeten ons niet overgeven aan wanhoop.
Ik zeg u vandaag, mijn vrienden, dat ondanks de moeilijkheden en frustraties van nu, ik nog altijd een droom heb. Het is een droom die ferm geworteld zit in de Amerikaanse droom. Ik heb een droom dat op een dag dit land zal verrijzen en zal leven naar de ware betekenis van haar credo: 'Wij beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend; dat alle mensen gelijk geschapen zijn.'
Ik heb een droom dat op een dag op de rode heuvels van Georgia de zonen van vroegere slaven en de zonen van vroegere slavenhouders naast elkaar kunnen zitten aan de tafel van broederschap.
Ik heb een droom dat op een dag zelfs de staat Mississippi, een woestijnstaat die verzengt in de hitte van ongerechtigheid en onderdrukking, omgevormd zal worden in een oase van vrijheid en gerechtigheid.
Ik heb een droom dat mijn vier kleine kinderen op een dag in een land zullen leven waar ze niet zullen worden beoordeeld op de kleur van hun huid maar op hun karakter.
Ik heb een droom vandaag.
Ik heb een droom dat op een dag de staat Alabama, waar de mond van de gouverneur op dit ogenblik vol is van woorden als interventie en nietigverklaring, omgevormd zal worden in een plaats waar kleine zwarte jongens en zwarte meisjes hand in hand kunnen gaan met kleine blanke jongens en blanke meisjes en samen kunnen lopen als broeders en zusters.
Ik heb een droom vandaag.
Ik heb een droom dat op een dag elke vallei omhoog zal komen, elke heuvel en elke berg klein gemaakt zullen worden, de dichtbegroeide plaatsen tot vlakten zullen worden, en de scheve plaatsen recht zullen worden gemaakt en de glorie van de Heer onthuld zal worden en al wat van vlees en bloed is dit tezamen zal zien. Dit is onze hoop. Dit is het geloof waarmee ik naar het zuiden van de Verenigde Staten terugkeer. Met dit geloof zullen we in staat zijn een kiezelsteen van hoop te houwen uit de berg van wanhoop. Met dit geloof zullen we m staat zijn de schetterende wanklanken van ons land om te vormen tot een prachtige symfonie van broederschap. Met dit geloof zullen we in staat zijn samen te werken, samen te bidden, samen te vechten, samen naar de gevangenis te gaan, samen op te komen voor vrijheid in de wetenschap dat wij op een dag vrij zullen zijn.
Dit zal de dag zijn dat alle kinderen van God met een nieuwe betekenis zullen kunnen zingen:
'Mijn land, het is van u
Zoet land van vrijheid
Over u zing ik:
Land waar mijn vaders stierven
Land waarop pelgrims trots zijn,
Laat van elke berghelling
Vrijheid klinken.'
En als Amerika een grote natie wil zijn, dan moet dit waarheid worden. Dus laat vrijheid klinken vanaf de enorme heuveltoppen van New Hampshire. Laat vrijheid klinken vanaf de machtige bergen van New York. Laat vrijheid klinken vanaf de hoogten van de Allegheny Mountains in Pennsylvania! Laat vrijheid klinken vanaf de besneeuwde toppen van de Rocky Mountains in Colorado! Laat vrijheid klinken vanaf de weelderige pieken van Californië!
Maar niet alleen dat; laat vrijheid klinken vanaf Stone Mountain in Georgia! Laat vrijheid klinken vanaf Kaap Lookout in Tennessee! Laat vrijheid klinken vanaf elke heuvel en molshoop in Mississippi. Vanaf elk berghelling, laat vrijheid klinken.
Wanneer we vrijheid laten klinken, wanneer we het van uit elk dorp en elk gehucht van uit elke staat en elke stad laten klinken, zullen we in staat zijn de dag te bespoedigen waarop alle kinderen van God, zwarte mensen en blanke mensen, joden en niet-joden, protestanten en katholieken, de handen ineenslaan en de woorden zingen van de oude gospelsong van de negers:
Eindelijk vrij! Eindelijk vrij! Dank God almachtig, wij zijn eindelijk vrij!
Maatregelen na de Watersnoodramp
Volgens de nota van dr. Drees over de watersnood heeft de regering besloten de volgende maatregelen te nemen:
Zo spoedig mogelijk zal een ontwerp-noodwet worden ingediend, waarin een centrale verantwoordelijkheid voor het herstel van de dijken wordt geregeld.
Het herstel van de dijken wordt onmiddellijk en zo snel mogelijk ter hand genomen.
Indien de nodige snelheid van deze herstelwerkzaamheden zulks vordert, zal de uitvoering van de Zuiderzeewerken worden getemporiseerd.
In algemene zin zal worden onderzocht op welke wijze herhalingen van een ramp als deze kan worden voorkomen. In het bijzonder zal dit onderzoek zich ook uitstrekken tot de mogelijkheid van een afsluiting der zee-armen. Het bedoelde onderzoek zal terstrond worden aangevangen en met voortvarendheid worden voortgezet.
Maatregelen, die strekken tot het verkrijgen van een verhoogde veiligheid met betrekking o.a. tot de hulpverlening, organisatie van de waarschuwingsdienst, enz. zullen worden genomen.
Uit: Trouw, 10 februari 1953
Mao Zedong: Citaten uit het Rode Boekje
Het is aan ons het volk te organiseren. Het is aan ons het volk te organiseren om de reactionaire elementen in China neer te slaan. Al wat reactionair is valt pas om als je het een slag toebrengt. Het is net als met het aanvegen van de vloer: waar de bezem niet komt pleegt het vuil niet uit zichzelf op de loop te gaan. (19)
Revolutie is geen etentje met gasten, niet het schrijven van een verhandeling of het schilderen van een schilderij, geen borduurwerkje; revolutie kan niet zo elegant zijn, zo gemakkelijk en bedaard, niet zo verfijnd van uiterlijk en inhoud, niet zo vriendelijk, plezierig, beleefd, bescheiden en wellevend. Revolutie is oproer, een gewelddadige actie van een klasse die een andere klasse omverwerpt. (21)
Alles waartegen de vijand zich verzet moeten wij steunen, tegen alles waaraan de vijand steun verleent moeten wij ons verzetten. (27)
Als de vijanden met geweren eenmaal vernietigd zijn zullen er altijd nog vijanden zonder geweren overblijven; zij zullen zeker met ons een strijd op leven en dood voeren, en wij mogen deze vijanden dan ook beslist niet onderschatten. Als wij thans het probleem niet zó stellen en begrijpen, zullen wij de grootste fouten maken. (29)
Wij moeten erop vertrouwen dat (1) brede lagen van de boerenbevoling onder leiding van de Partij stap voor stap de weg van het socialisme willen opgaan; en dat (2) de Partijin staat is de boeren langs de weg van het socialisme te leiden. Deze twee punten zijn de essentie van de zaak. (46)
Elk lid van de Communistische Partij moet deze waarheid begrijpen: 'Uit de loop van het geweer komt politieke macht.' (85)
Wij beweren dat oorlog moet worden afgeschaft, wij willen geen oorlog, maar slechts door oorlog kan oorlog worden afgeschaft, wie het geweer niet wil moet het geweer opnemen. (89)
Wij moeten onze eigen gelederen zuiveren van alle vormen van zwak en incompetent denken. Alle gezichtspunten vanwaar uit de kracht van de vijand overschat en de kracht van het volk onderschat wordt, zijn fout. (118)
De revolutionaire oorlog is een orolog van de massa, een oorlog die slechts door de massa te mobiliseren en door op de massa te vertrouwen gevoerd kan worden. (121)
Ons beginsel is dat de Partij het bevel voert over het geweer, en dat het geweer nooit mag worden toegestaan het bevel te voeren over de Partij. (137)
Wees op je hoede voor hoogmoedigheid. Dit is een principiële kwestie voor leiding gevende personen, en tevens een belangrijke voorwaarde voor handhaving van de solidariteit. Zelfs zij die geen grote fouten begaan hebben, en daarentegen zeer groot succes in hun werk behaald hebben, mogen niet hoogmoedig zijn. (150)
Het volk, en alleen het volk, is de drijvende kracht die de wereldgeschiedenis maakt. (153)
Concentreer wat onder de massa leeft, breng het weer onder de massa en houd het vast en voer het uit, om zo vorm te geven aan correcte opinies omtrent leiderschap – dit is de fundamentele methode van leiding geven. (165)
Wapens zijn een belangrijke factor in de oorlog, maar zij zijn niet de beslissende factor; de beslissende factor zijn de mensen, niet de dingen. De krachtmeting is niet slecths een zich meten in militaire en economische macht, maar ook in menselijke kracht en moreel. Militaire en economische macht moet door de mens gehanteerd worden. (183)
Het Rode Boekje. Citaten uit het werk van Mau Tse-toeng (vert. 1967).
Mc Carthyisme (1953):
Het Algemeen Handelsblad op 23 mei 1953 over de politiek van Joe McCarthy die in Amerika het communisme probeerde te bestrijden:
'De opzet van zijn activiteiten is misschien oprecht vaderlandslievend bedoeld: de regeringsdepartementen, de openbare bestuursorganen zuiveren van communistische infiltratie. Doch McCarthy overschrijdt alle grenzen, ontpopt zich als een fanaticus zonder weerga en onderneemt als voorzitter van de "Commissie van Onderzoek naar On-Amerikaanse Activiteiten" een kruistocht, niet alleen tegen communistisch georiënteerde functionarissen, maar ook tegen hen, die dit in 't geheel niet zijn en die nooit of te nimmer contact met communisten hebben gehad. Zonder enige reden worden ministers, politici, leden van het Congres voor de commissie geroepen "om zich te verantwoorden".'
Nelson Mandela vrijgelaten:
Kaapstad – Na 27 jaar gevangenschap liep Nelson Mandela gisteren kaasrecht in een goedgesneden pak en blakend van zelfvertrouwen de vrijheid tegemoet.
Hand in hand met Winnie Mandela en gevolgd door zijn kinderen, kleinkinderen en naasten onder wie Walter Sisulu met wie hij zoveel gevangenisjaren heeft gedeeld, kwam hij naar buiten. Van tijd tot tijd hief hij de vuist op in een saluut ten antwoord op de golven van applaus.
Tenslotte was hier de man, waarop Zuid-Afrika en de hele wereld zolang hadden gewacht, nu voor het eerst zichtbaar in vlees en bloed. Met meer dan een kwart eeuw in gevangenschap achter de rug, is het duidelijk dat dit geen makkelijke weg naar de vrijheid is geweest. Maar zijn vrijheid gisteren betekende dat geheel Zuid-Afrika en zeker ook de blanke samenleving vrij is geworden, nu zij de ketenen, ook de ketenen van vooroordeel, kunnen afwerpen die hen zo lang gekluisterd hebben gehouden
Trouw, 12 februari 1990.
Nixon: 'Silen Majority' speech (3 november 1969):
Goedenavond, mijn mede-amerikanen. Vanavond wil ik met u praten over een onderwerp van groot belang voor alle Amerikanen en vele mensen in alle delen van de wereld — de oorlog in Vietnam. Ik geloof dat één van de redenen voor de grote verdeeldheid over Vietnam is dat vele Amerikanen het vertrouwen hebben verloren in wat de regering hen over ons beleid heeft verteld. Van het Amerikaanse volk kan niet en zou niet mogen worden verlangd om een beleid te steunen dat gaat over verstrekkende kwesties als oorlog en vrede, tenzij zij de waarheid over dat beleid kennen. […]
Maar ik had een grotere verplichting dan alleen te denken aan de jaren van mijn beleid en de volgende verkiezingen. Ik moest ook denken aan het effect van mijn besluit op de volgende generatie en aan de toekomst van vrede en vrijheid in Amerika en in de wereld.
Laat ons goed begrijpen dat de vraag voor ons is niet of sommige Amerikanen voor vrede zijn en andere Amerikanen niet. De vraag die er toe doet is of Johnsons oorlog Nixons wordt. De grote vraag is: Hoe kunnen wij Amerika’s vrede winnen? [… ]
In Januari kon ik niet anders dan besluiten dat een overhaaste terugtrekking van Amerikaanse strijdkrachten uit Vietnam niet alleen een ramp zou zijn voor Zuid-Vietnam, maar ook voor de Verenigde Staten en de vrede. Voor de Zuidvietnamesen zou onze overhaaste terugtrekking onvermijdelijk de Communisten toestaan om de slachtingen te herhalen die volgden op de overname in het Noorden 15 jaar geleden; Zij hebben toen meer dan 50.000 mensen vermoord en honderdduizenden stierven in de werkkampen. Wij zagen een voorbode van wat in Zuid-Vietnam zou gaan gebeuren toen de Communisten de stad Hue vorig jaar binnengingen. Tijdens hun korte regeerperiode daar, was er een bloedig terreurbewind waarin 3.000 burgers werden neergeknuppeld, dood werden geschoten en in massagraven werden begraven.
Voor de Verenigde Staten zou deze eerste nederlaag in onze nationale geschiedenis resulteren in het ineenstorten van het vertrouwen in de Amerikaanse leiding, niet alleen in Azië maar over de hele wereld.
Bron: Atlantische Commissie.
Nixon en de internationale economie:
'In augustus 1971 kondigde president Nixon een reeks maatregelen aan, die de Amerikaanse economie (verzwakt door onder andere de Vietnam-oorlog) weer gezond moesten maken. Naast een aantal nationale maatregelen betrof dat een extra invoerheffing van tien procent, die de EG-landen, zowel als de Europese Commissie, reageerden negatief. De Amerikaanse aankondiging ging vergezeld van de mededeling dat de dollar ging 'zwerven' , dat wil zeggen geen vaste wisselkoers meer had en dat terwijl deze munt sinds 1944 het vaste punt was geweest in het internationale monetaire verkeer. Nixon eiste van de Europese landen en van Japan, dat deze hun munten zouden opwaarderen, wat zou betekenen dat de dollar niet gedevalueerd zou hoeven te worden. Duitsland en Nederland weigerden de dollar nog langer te steuenen en dus gignen de gulden en de mark ook zweeven. In december 1971 herkregen deze munten een vaste koers, die hoger was dan voor de geldcrisis. De italiaanse lire daalde in waarde… maar ook president Nixon moest bakzeil halen: de dollar devalueerde en de invoerheffing werd afgeschaft.'
Bron: M. Uitzinger, Van de Zes naar de Negen, pagina 17-18
Nixon over de Vietnamoorlog:
'En nu zou ik een woord willen richten, als u mij toestaat, aan de jonge mensen in dit land die een bijzondere betrokkenheid met de deze oorlog hebben getoond; ik begrijp die betrokkenheid. Ik eerbiedig uw idealisme. Ik deel uw zorg voor vrede. Ik wil net als u ook vrede. Ik heb krachtige persoonlijke redenen om deze oorlog te beëindigen. Deze week zal ik 83 brieven aan moeders, vaders, vrouwen en geliefden van de mannen die in Vietnam hun leven hebben gegeven voor Amerika moeten ondertekenen. Het brengt mij nauwelijks vreugde dat dit slechts één derde is van de hoeveelheid brieven die ik in de eerste week na mijn aantreden moest ondertekenen. Ik heb niets liever dan dat dag aanbreekt dat ik dergelijke brieven niet meer hoef te schrijven. Ik wil de oorlog beëindigen om het leven van die moedige jonge mensen in Vietnam te redden. Maar ik wil het op een zodanige manier beëindigen dat de kans dat hun jongere broers en hun zonen niet later in één of ander toekomstig Vietnam ergens op de wereld hoeven te vechten.'
Bron: Atlantische Commissie
Opstand van 1953:
'Op 17 juni 1953 stortte de opstand van onze landgenoten in de Oostelijke sector van deze stad en in de omliggende zone ineen. De regering van de zone verloor voor de publieke opinie van heel de wereld een voorwendsel waarmee het propaganda had gemaakt, want ze werd ontmaskerd als een regime van dwang, gebaseerd op de steun van vreemde bajonetten. Het volk dat toen in opstand gekomen was, vocht niet alleen voor een betere levensstandaard. Het volk dat naar de gevangenis ging, onderging dat leed niet ter wille van materiële dingen.'
Willy Brandt, oud-burgemeester van West-Berlijn over de opstand van 1953.
Paus Fransiscus I bij zijn aantreden (2013)
Deze woorden sprak paus Fransiscus uit op 13 maart 2013:
Goedenavond
Broeders en zusters, goedenavond! U weet dat het de plicht van het conclaaf was om Rome een bisschop te geven. Het lijkt erop dat mijn broeders kardinalen naar het einde van de wereld hebben moeten gaan om er een te vinden. Maar daar zijn we dan. Ik dank u voor uw welkom. De diocesane gemeenschap van Rome heeft nu haar bisschop. Dank u!
Gebed voor Benedictus XVI
En ten eerste zou ik graag een gebed willen uitspreken voor onze bisschop emeritus Benedictus XVI. Laat ons gezamenlijk voor hem bidden, dat de Heer hem zegene en dat Onze Lieve Vrouw hem behoede.
[Onzevader, Weesgegroet, Eer aan de Vader..]
Broederlijkheid
En nu beginnen we aan onze reis: bisschop en volk. Deze reis van de Kerk van Rome die in liefdadigheid voorgaat op alle kerken. Een reis van broederlijkheid, van liefde en onderling vertrouwen. Laat ons altijd bidden voor elkaar. Laat ons bidden voor de gehele wereld, dat er een grote geestesgesteldheid mag zijn van broederlijkheid.
Evangelisatie
Het is mijn hoop voor u allen dat deze reis van de Kerk, die wij vandaag beginnen, en waarbij mijn kardinaal-vicaris, hier aanwezig, mij zal bijstaan, vruchtbaar zal zijn voor de evangelisatie van deze mooie stad.
Uw gebed voor mij
En nu wil ik graag de zegen geven, maar eerst vraag ik u om een gunst. Voordat de bisschop zijn mensen zegent, vraag ik u tot de Heer te bidden dat hij mij zegent. Het gebed van de mensen, die de zegen vragen voor hun bisschop. Laten wij, in stilte, gezamenlijk bidden: uw gebed voor mij.
Mensen van goede wil
En nu dan wil ik de zegen geven aan u, en aan de gehele wereld en aan alle mannen en vrouwen van goede wil.
[Urbi et Orbi]
Welterusten
Broeders en zusters, ik moet u nu verlaten. Dank u voor uw welkom. Bid voor mij tot wij elkaar weer ontmoeten. We zullen elkaar spoedig zien. Morgen wil ik graag bidden tot Onze Lieve Vrouw, dat zij moge waken over geheel Rome. Goedenacht en welterusten!
Racisme van de Ku Klux Klan (KKK):
James R. Venable, advocaat in Atlanta en Imperial Wizzard van de National Knight of the Ku Klux Klan:
'Ik ben van mening dat dit land bestuurd meot worden door de lui met zuiver bloed, maar we zijn de strijd aan het verliezen, omdat onze bloedlijnen zwak worden. Je ziet onze soldaten overzee gaan en trouwen met Italianen en Japanners en Koreanen. Dat deugt niet. Ik snap niet dat er ook maar één blanke is die denkt dat nikkers onze gelijken zijn. In Afrika, het rijkste land in de wereld, is nog nooit een nikker in staat geweest een wolkenkrabber te bouwen. Zon der de Klan zouden we nu allemaal gespikkeld zijn of een of andere huidskleur hebben.'
Uit: Knigge, Historisch Perspectief, 93
Troonsafstand koningin Beatrix (2013):
Toespraak van koningin Beatrix, 28 januari 2013:
"Zoals u allen weet, hoop ik over enkele dagen mijn 75ste verjaardag te vieren. Ik ben dankbaar dat het mij gegund is deze dag in goede gezondheid tegemoet te gaan. Aan het einde van dit jaar zullen wij herdenken dat ons land tweehonderd jaar geleden een koninkrijk werd, waarmee in onze geschiedenis een nieuw tijdperk aanbrak. Het samenvallen van deze twee bijzondere gebeurtenissen is voor mij de aanleiding geweest te besluiten dit jaar uit mijn ambt terug te treden. Het lijkt mij een goed moment om deze stap, die ik al enige jaren overweeg, nu daadwerkelijk te nemen.
Ik heb het altijd als een uitzonderlijk voorrecht beschouwd een groot deel van mijn leven in dienst van ons land te kunnen stellen en overeenkomstig mijn opdracht invulling te mogen geven aan het koningschap. Daarbij was Prins Claus mij vele jaren tot grote steun.
Tot op de dag van vandaag heeft deze mooie taak mij veel voldoening geschonken. Het is inspirerend zich bij mensen betrokken te voelen, mee te leven met verdriet en te delen in tijden van vreugde en nationale trots. Dat heb ik eveneens mogen ervaren in de Caraïbische delen van ons koninkrijk, waar ik ook altijd veel warmte en hartelijkheid heb ondervonden. Ik treed dan ook niet terug omdat het ambt mij te zwaar zou vallen, maar vanuit de overtuiging dat de verantwoordelijkheid voor ons land nu in handen van een nieuwe generatie moet liggen. Het is met het grootste vertrouwen dat ik op 30 april van dit jaar het koningschap zal overdragen aan mijn zoon, de Prins van Oranje. Hij en Prinses Máxima zijn ten volle op hun toekomstige taak voorbereid. Zij zullen ons land met toewijding dienen, getrouw de grondwet onderhouden en met al hun talenten een eigen invulling geven aan het koningschap.
Gesterkt voel ik mij door de gedachte dat het plaats maken voor mijn opvolger niet betekent dat ik afscheid neem van u. Ik hoop dat ik velen van u nog dikwijls kan ontmoeten. Ik ben u diep dankbaar voor het vertrouwen dat u mij heeft gegeven in de vele mooie jaren waarin ik uw koningin mocht zijn."
Bron: Koninklijkhuis.nl
Vietnamoorlog: 400.000 ton napalm:
Steenwijker Dagblad, 8 november 1973
Stockholm – In Vietnam is volgens het Internationale Instituut voor Vredesonderzoek (SIPRI) op uitzonderlijk grote schaal gebruik gemaakt van napalm en andere brandbommen. Het SIPRI publiceerde woensdag een rapport waarin onder meer wordt gezegd dat de Verenigde Staten en hun bondgenoten bijna 400.000 ton napalm op Indochina hebben gegooid. SIPRI, een door het Zweede parlement in het leven groepen onafhankelijk instituut zegt dat in enkele perioden van oorlog het merendeel van de napalm niet is gebruikt voor directe steun vanuit de lucht bij militaire acties maar terecht kwam op daarachter gelegen gebied, zoals op dorpen.
Er worden volgens het rapport op het ogenblik nieuwe typen brandbommen ontwikkeld zoals chemische vuurbollen die in enkele seconden derdegraads verbrandingen bij de slachtoffers veroorzaken. "Alleen als er zeer hoog gekwalificeerde medische hulp aanwezig is kan worden voorkomen dat er veel slachtoffers vallen want de derdegraads verbrandingen behoren tot de zwaarste verwondingen die het menselijk lichaam kunnen treffen. Aangezien die medische hulp meestal niet aanwezig is tijdens de gevechten moeten de wapens die ze veroorzaken worden gekenschetst als buitengewoon wreed". aldus een citaat uit het rapport.
Volgens SIPRI hebben sinds de Tweede Wereldoorlog zo'n 25 landen napalm gebruikt en op het ogenblik is het aantal landen dat erover kan beschikken veel groter. Wapens zoals napalm en voornoemde vuurbollen veroorzaken bij de overlevenden zeer langdurige verwondingen. Ze brengen volgens SIPRI "afschuwelijke verminkingen en littekens toe die het de 'patiënt' bijna onmogelijk maken een normaal leven te leiden".
Het meest voorkomend gevolg daarvan is huidkanker en de slachtoffers kunnen blijvende schade overhouden aan longen, nieren en hart.
SIPRI steunt de pogingen van een aantal landen die het gebruik van dit soort wapens wil verbieden. "Het enorme lijden dat deze wapens veroorzaken kan onmogelijk gerechtvaardigd worden met een beroep op "militaire noodzaak", aldus SIPRI.
Vietnamoorlog: Brief van een jonge soldaat (1966):
Een jonge Amerikaanse soldaat schrijf in 1966 naar zijn vriend.
Gegroet uit Vietnam. Op het ogenblik bevind ik mij ongeveer … mijl ten zuiden van de grens tussen Noord- en Zuid-Vietnam, in een onderkomen in de buurt van ….
Chris, ik ben nog nooit zo teleurgesteld geweest over mijn land als na mijn ervaringen hier gedurende de laatste vijf maanden of zo. Voor het eerst ben ik op het toneel, waar het nieuws gemaakt wordt, en ik zie duidelijk voor mijn ogen dat de verslaggevers er niet naar sterven een juist beeld te geven van wat er gebeurt – ze schrijven liever iets, dat verkoopbaar is en zoveel mogelijk geld en reputatie zal opleveren. Voor de meeste gevechtsfoto’s wordt geposeerd, of het zijn trainingsfoto’s van achter de linie onder het motto van gevechtsfoto’s in de frontlinie. Nadat ik gedurende de laatste paarmaanden aan de gevechten heb deelgenomen, weet ik wel zo’n beetje wat mogelijk is en wat niet. Als je een foto van een Vietcong ziet, die met zijn handen omhoog uit een hol komt, dan kan je er donder op zeggen, dat er voor die foto geposeerd is. Als je een Vietnamese moeder het lichaam van haar kind tegen kogels ziet beschermen, dan kan je er donder op zeggen, dat de fotograaf ook zijn… naar beneden zou hebben. Wat een larie!
Het meest ben ik echter teleurgesteld door de droevige houding van het Vietnamese volk. Speciaal de ontwikkelde leiders van dit land zijn zo door en door rot, gemene, vuile dieven. Het zijn communistenhaters, maar ze hebben alleen een flinke rekening op buitenlandse banken. Ze deponeren ieder maand een bedrag van vele malen hun salaris op die bankrekening buiten hun land. (…)
De rapporten beweerden dat mijn bataljon (250 man) 175 Vietcong doodde of gevangen nam. Maar uit al onze acties heb ik slechts twee lijken en acht gevangenen overgehouden. Zelfs wanneer ik rekening houd met degenen, die na gesneuveld te zijn door de Vietcong weggesleept werden, geloof ik dat we er slechts twintig doodden. Maar onze verliezen waren vijftig gesneuvelden, vijfendertig gewonden en zestien krijgsgevangenen. Ik heb persoonlijk vijfentwintig van onze doden gezien en helpen dragen – maar volgens het verslag waren onze verliezen ongeveer twaalf man. Deze foutieve krantenverslagen stellen Washington tevreden.
De nadruk ligt niet op wat wij presteren en hoe groot de vooruitgang is die wij maken. Als je op papier zou zetten, dat er vooruitgang gemaakt werd, is het voldoende. Ze leven in een droomwereld, maar ik vrees, dat ze alleen zichzelf voor de gek houden – en het Amerikaanse publiek: beiden zullen er op de lange duur de nadelen van ondervinden. (…)
De Vietnamese bevolking zelf – de kooplieden, de boeren, enzovoort – waarderen niet in ’t minst wat we voor hen doen. Restaurants en winkels hebben twee prijzen, één voor de Vietnamezen en één voor de Amerikaanse soldaten (die voor deze mensen sterven). Bier kost voor een Vietnamees 16 cent en voor een soldaat 40 cent. Een blok ijs kost voor een Vietnamees 60 cent en voor een Amerikaans soldaat 2,5 dollar. Een Vietnamees betaalt voor het vervoer in een fietskarretje 20 cent en een Amerikaan betaalt voor hetzelfde ritje één dollar. Zo zou ik door kunnen blijven gaan. Als je er op staat dezelfde prijs als een Vietnamees te betalen, lachen ze je uit en weigeren. In welke winkel je het ook probeert, het is overal hetzelfde. Ze hebben je in hun macht. Een soldaat, die als een dier zestig dagen lang in een eenmansgat vol modder heeft geleefd, kan het niet opbrengen hun prijzen te weigeren. Als hij enigszins wil genieten van de halve dag ontspanning in de stad, die zijn commandant hem heeft toegestaan, moet hij de schandalige prijzen betalen of zich alles ontzeggen. De meesten knarsetanden en betalen.
Ook een van de dingen, die de Vietnamese bevolking doet, is het bestelen van de Amerikaanse soldaat. Terwijl ik bij daglicht door de binnenstad van Danang reed, werden mijn sigaretten van het stoeltje naast me in de jeep gestolen. Op een keer kreeg ik de man, die het deed, te pakken. De Vietnamese politieman, waar ik hem heen bracht, sprak een paar woorden in het Vietnamees tegen hem en liet hem gaan. Hij glimlachte allervriendelijkst tegen mij en zei: ‘Spijt me erg.’ Ja, ze zijn vol waarderen voor hetgeen we hier voor hen doen. Een tijdje geleden werd een vriend van mij, kapitein… in een hinderlaag van de Vietcong gedood. Bij hem waren ongeveer tien Vietnamese soldaten. Hoewel … gedood werd, zagen de Vietnamese soldaten die bij hem waren, kans zich de Vietcong van het lijf te houden. Maar toen zijn lichaam nar onze commandopost werd teruggebracht, waren zijn horloge, pistool, geweer, geld, etcetera verdwenen. Een andere vriend van mij ging bij de compagnie op bezoek en ontdekte dat een van onze Vietnamese geallieerden het pistool van de dode, een ander zijn geweer en een derde zijn horloge had. Het is duidelijk te bewijzen, want het geweer is van het type, dat alleen door Amerikaanse soldaten gebruikt wordt en het pistool was een 1917 model Duitse Luger en zijn persoonlijk bezit. Toen ik dit hoorde, had ik er zelf op af willen gaan om er een paar te vermoorden. Het is zo onvoorstelbaar gemeen. Tot nu toe is het ons alleen gelukt het geweer terug te krijgen. De Vietnamese officieren weigeren eenvoudig de andere dingen terug te geven. (…)
Het maakt me woedend mijn vrienden hier te zien sneuvelen en gewond raken en mijn eigen leven dagelijks op het spel te zetten, wanneer ik zie dat de Vietnamezen zelf zich niet in ’t minst uitsloven of ook maar enige waardering hebben voor je gezwoeg en offers. Ik zie Vietnamezen hier met hun vrouwen lachen en plezier maken. Ik zie menige jonge Vietnamees, die niet in het leger is. En ik vraag me af waarom ik hier moet zitten en mijn vrouw aan het andere eind van de wereld en waarom ik moet vechten en mijn leven moet riskeren, terwijl zoveel jonge Vietnamese mannen dat niet doen.
Uit: Onze Jaren, blz. 2919, aldaar geciteerd uit: Bill Adler, Veldpost uit Vietnam (1967).
Vienamoorlog: Conferentie hereniging Vietnam (1975):
De Volkskrant, 14 november 1975
BANGKOK (AP) – In Saigon is een conferentie begonnen van delegaties uit Noord- en Zuid-Vietnam om te praten over de hereniging. De conferentie duurt tot 25 november. Dit is door radio Hanoi bekend gemaakt.
Voor de hereniging van het verdeelde land is nog geen datum genoemd, maar verwachtw ordt dat dit begin volgend jaar zal zijn. Eerst zullen er algemene verkiezingen worden gehouden voor een wetgevende vergadering die vervolgens een grondwet zal moeten opstellen.
De delegatie uit Noord-Vietnam wordt geleid door de voorzitter van de Noordvietnamese wetgevende vergadering en lid van het partijbureau van de Vietnamese arbeiderspartij, Truong Chinh. Pham Hung, vertegenwoordiger van de communistische partij in het Bevrijdingsfront, leidt de Zuidvietnamese delegatie.
Over de radio en in het officiële dagblad Giai Phong is een campagne aan de gang om de hereniging te begeleiden en de bevolking op te roepen zich in te zetten voor "één Vietnam".