Jules de Corte: de vader en de zoon
Woensdag 10 februari 2021, 22.20 uur, NPO 2
Jules de Corte (1924-1996) wordt op 1-jarige leeftijd blind door een medische fout. Hij is voorbestemd voor het blindeninstituut van het klooster in Grave, waar je borstel- of mandenmaker wordt en waar geen plaats is voor meisjes en seksualiteit. Maar meteen na de oorlog neemt de muzikaal getalenteerde De Corte een rigoureus besluit: hij verlaat het klooster om een carrière in de muziek te beginnen, als pianist en zanger. Waar haalt een blinde jongeman de kracht vandaan voor zo’n stap?
In 2021 is Jules de Corte precies 25 jaar dood. In de jaren 50 en 60 groeit hij uit tot een heuse ster. Hij is de eerste blinde artiest van Nederland en schrijft honderden liedjes - liedjes met virtuoze teksten waarin hij niet schroomt om tegen heilige huisjes te trappen. Want dat De Corte lef heeft, en maling aan conventies, dat blijkt uit alles.
Andere Tijden gaat met zoon Ernst de Corte terug naar het huis waar hij opgroeide. De relatie tussen vader en zoon De Corte is gecompliceerd. Jarenlang wil Ernst niets van zijn vader weten, omdat deze zijn vrouw en zes kinderen heeft verlaten voor een veel jongere vrouw.
Hoe zeer de teksten en liedjes van Jules de Corte nog steeds ontroeren, blijkt uit herinneringen van bewonderaars. Gerard Cox schiet nog vol bij ‘Het bruidspaar’, waarin De Corte op ongeëvenaarde wijze de hypocrisie van strenggelovigen op de pijnbank legt. Henny Vrienten vertelt hoe hij in zijn jonge jaren, waarin rockmuziek de norm was, niet durfde uit te komen voor zijn liefde voor het werk van Jules de Corte. En Ivo de Wijs verhaalt van een bijzondere en hilarische trip naar België, waar hij als beginnend artiest samen met de grote ster mocht optreden.
De eveneens blinde musicus Bert van den Brink vertelt aan Andere Tijden-presentator Astrid Sy hoe hij als 7-jarige met zijn ouders bij Jules kwam voor raad. Was dat nou echt iets voor de kleine Bert, een leven in de muziek? Uit dat eerste contact groeide een bijzondere vriendschap.
Mexicaanse griep: van pandemie tot griepje
Woensdag 17 februari 2021, 22.20 uur, NPO 2
Andere Tijden blikt naar aanleiding van het coronavirus terug op een andere pandemie: de Mexicaanse griep, die ruim tien jaar geleden de wereld in zijn greep hield.
Het virus, officieel de Nieuwe Influenza A (H1N1) genoemd, duikt voor het eerst op in maart 2009 in Mexico. Ruim een maand later wordt het eerste geval van Mexicaanse griep in Nederland gemeld, een driejarig meisje. De pandemieplannen kunnen uit de kast. Handen wassen wordt onder meer het devies. Virologen waarschuwen voor gevaarlijke mutaties van het virus en een pandemie met mogelijk veel doden tot gevolg. Minister Klink maakt bekend dat Nederland bij de farmaceutische industrie een optie heeft genomen op 34 miljoen vaccins. Er wordt een groot vaccinatieprogramma opgezet.
Maar niet iedereen is overtuigd van het gevaar van deze pandemie. Hoogleraar Farmaceutische Biotechnologie Huub Schellekens waarschuwt dat dit niet het einde van de wereld is.
Hoewel er wel degelijk mensen aan het virus overlijden, blijkt de griep uiteindelijk voor de meeste mensen relatief mild. Inmiddels wordt de Mexicaanse griep als een gewone griep beschouwd.
Andere Tijden zocht het meisje op dat bekend werd als de eerste Nederlander met de Mexicaanse griep: toen een meisje van 3, nu een gezonde tiener. Ook aan het woord komen hoogleraar Farmaceutische Biotechnologie Huub Schellekens, de toenmalige baas van het RIVM en OMT Roel Coutinho en nog drie toenmalige OMT-leden: huisarts en griepdeskundige Ted van Essen, arts-epidemioloog Jim van Steenbergen en viroloog Ab Osterhaus. Over hoe te handelen in tijden van een dreigende pandemie.
Nieuw-Guinea, Neerlands laatste oorlog
Woensdag 24 februari 2021, 22.20 uur, NPO 2
“Ik gooi de deur van de hut open en kijk in de loop van een geweer en gelijk voel ik de warmte van kogels die langs mijn wang schuren. Ik reageer instinctief en schiet de schutter dood. Net als de Indonesische infiltrant die in de hoek zit.” Arie Langenberg praat zachtjes. In 1961 en 1962 is hij als dienstplichtig militair aanwezig in Nederlands Nieuw-Guinea. ”De volgende ochtend moest ik die twee begraven. Op het lijk van een van hen, een luitenant, vond ik een foto waarop hij met zijn vrouw en twee kinderen staat.’’ Langenberg snikt en snottert: ”En van dat beeld ben ik later nog vaak wakker geworden.”
In 1961 en 1962 vecht Nederland haar laatste ‘koloniale oorlogje’ uit. Sinds de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 is Nieuw-Guinea de laatste Nederlandse kolonie in de Oost. Indonesië wil dit gebied inlijven en maakt aanspraak op het eiland. Terwijl Nederland het gebied als uitvalsbasis wil behouden en de Papoea-bevolking zelfbeschikkingsrecht wil geven met eigen vlag, bestuur en leger. De landen komen er op diplomatiek gebied samen niet uit. Indonesië stuurt steeds meer infiltranten die de Papoea-bevolking op moet zetten tegen de Nederlanders. Nederland reageert door steeds meer militairen te sturen.
Julia Jouwe is oprichter van Young Papua Collective. Vanuit Nederland strijdt ze, in de voetsporen van haar opa, voor een onafhankelijk Papoea. De 23-jarige legt een enorme rood- wit-blauwe vlag op tafel. “Mijn opa heeft deze vlag ontworpen,” zegt ze glunderend. “Deze vlag is een symbool van vrijheid, hoop en kracht.” Ze is trots op haar Papoea-afkomst. Op haar arm heeft ze haar Papoeanaam ‘Feje’ de zorgzame, laten tatoeëren.
Zo’n 10.000 Nederlandse militairen worden naar de andere kant van de wereld verscheept. Ze gaan ‘de bloemkool’ in zoals ze de jungle noemen met exotische planten en dieren waar de vijand op één meter afstand verstopt kan staan zonder dat je hem ziet. De militairen zijn als ze ‘s nachts moeten wachtlopen doodsbang omdat ze de geluiden uit de jungle niet kunnen thuisbrengen. Er vinden gevechten plaats. Meer dan 100 Nederlandse militairen sneuvelen.
Uiteindelijk wordt de kwestie door diplomatiek overleg opgelost en moet Nederland zich eind 1962 terugtrekken. Veel militairen voelen dat ze de Papoea’s in de steek hebben gelaten. Marinier John Wilms: “Nog steeds hijs ik op 1 december de Papoeavlag en nog altijd voel ik me schuldig dat we die mensen in de steek hebben gelaten.”
Andere Tijden over een vrijwel vergeten episode in ons koloniale verleden. Nederlandse militairen spreken openhartig over hun tijd in Nieuw-Guinea, hun angsten, schuldgevoel en verlies. De familie van Papoea-leider Nicolaas Jouwe heeft het over de hoop op een vrij Papoea.