Latijnse begrippen en spreuken vertaald

Ab imo pectore: Uit het diepst van het hart.
Absens carens: De afwezige krijgt niets.
Absentia mentis: Afwezigheid van geest.
Acta est fabula: Het spel is afgelopen.
Aeternum vale:  Vaarwel voor eeuwig.
Alta mente repostum: Diep in de ziel bewaard.
Amantes amentes: Verliefden zijn verdwaasden.
Amor omnia vincit: Liefde overwint alles.
Animo deliberato: Met voorbedachten rade.
Aurea mediocritas: Gulden middelmaat.
Bona fide: Te goeder trouw.
Canere surdo: Zingen voor een dove.
Censor morum: Een zedenmeester.
Captatio benevolentiae: Beroep doen op welwillendheid.
Carpe diem: Pluk de dag.
Certo certius: Zekerder dan zeker.
Compesce mentem: Bedwing je drift.
Compos mentis : In het volle bezit van zijn verstand.
Coniunctis viribus: Met vereende krachten.
Constantia et labore: Door volharding en inspanning.
Cum grano salis: Met een korreltje zout.
Cum laude: Met onderscheiding.
Deo volente: Als god het wil.
Dictum factum: Zo gezegd, zo gedaan.
Exceptis excipiendis: Alle uitzonderingen buiten beschouwing laten.
Experientia docet: Ondervinding leert.
Expertus dico: Ik spreek uit eigen ervaring.
Haec hactenus: Genoeg hierover.
Id est: Dat is. (Dat wil zeggen)
Ignaris omnibus : Zonder dat iemand het weet.
Illotis manibus: Met ongewassen handen. (onvoorbereid zijn)
In aeternum: Voor eeuwig.
In dubio: Twijfelen.
In dulci iubilo: In zoete vreugde.
In extenso: Uitvoerig.
In fine: Aan het einde.
In limine: Op de drempel.
In memoriam: Ter herinnering.
In optima forma : In optimale conditie.
In perpetuum: Voor eeuwig.
In spe: In de toekomst.
Ipso facto: Door het feit zelf.
Iusto tempore: Te gelegener tijd.
Linea recta: In rechte lijn.
Magna cum laude: Met grote onderscheiding.
Magna petis: Je vraagt een grote gunst.
Mala fide: Te kwader trouw.
Mea culpa: (door) Mijn schuld.
Necessitate coactus: Door noodzaak gedwongen.
Nihil ad rem: Dit doet niets ter zake.
Nil desperandum: Laat de moed niet zakken.
Nil nequit amor: Liefde kan alles.
Nisi fallor: Als ik me niet vergis.
Nosce te ipsum: Ken jezelf.
Omissis iocis: Zonder grapjes. (Alle gekheid op een stokje)
Omnia cadunt: Alles vergaat.
Pro deo : Om Gods wil. (gratis)
Propria motu: Uit eigen beweging.
Stante pede: Op staande voet.
Suum cuique: Ieder het zijne.
Varietas delectat: Afwisseling is aangenaam.
Veni, vidi, vici: Ik kwam,ik zag, ik overwon.
Volventibus annis: Met het verstrijken van de jaren.

Spreuken:


Accipere quam facere praestat iniuriam: Het is beter onrecht te ondergaan dan te begaan.
Abusus non tollit usum: Misbruik heft goed gebruik niet op.
Ad impossibile nemo tenetur: Niemand wordt geacht het onmogelijke te doen.
Aliquando et insanire iucundum est: Soms is ook dwaas doen aangenaam.
Amicus certus in re incerta cernitur: Een echte vriend wordt in onzekere tijden opgemerkt.
Animum debes mutare, non caelum: U moet de instelling van uw geest veranderen, niet van problemen weglopen.
Audendo magnus tegitur timor: Onder een vertoon van durf gaat grote angst schuil.
Bellum est sua vitia nosse: Het is mooi je eigen fouten te kennen.
Bis vincit qui se vincit: Wie zichzelf overwint, heeft een dubbele overwinning behaald.
Cessante causa cessat effectus : Als de oorzaak ophoudt, houdt ook het gevolg op.
Cogito ergo sum: Ik denk dus ik besta.
Contra vim mortis non est medicamen in hortis: Tegen de kracht van de dood is er geen kruid gewassen.
Conanti dabitur: Aan hem die waagt, zal gegeven worden.
Concordia parvae res crescunt, discordia maximae dilabuntur: De kleinen groeien door eendracht, ook de grootsten gaan ten onder door tweedracht.
Conscius ipse sibi de se putat omnia dici: Een schuldbewuste denkt dat alles wat gezegd wordt, over hem gaat.
Contra principia negantem disputari non potest: Men kan niet redeneren met iemand die beginselen ontkent.
Damnant quod non intellegunt: Ze veroordelen wat ze niet begrijpen.
De gustibus et coloribus non disputandum: Over smaken en kleuren valt niet te redetwisten.
Deliberando saepe perit occasio: Doordat men te lang beraadslaagt, gaat vaak een goede kans verloren.
De minima magnus scintilla nascitur ignis: Van een kleine vonk komt een groot vuur.
De mortuis nil nisi bene: Over de doden niets dan goed.
Dictum sapienti sat est: Voor een goede verstaander is dit woord genoeg.
Dimidium facti qui coepit habet: Goed begonnen is half gewonnen.
Docendo discimus: Door te onderwijzen leren we zelf.
Dulcia non meruit qui non gustavit amara: Wie het bittere niet geproefd heeft, verdient het zoete niet.
Errare humanum est: Vergissen is menselijk.
Faber quisque fortunae suae: Ieder is de smid van zijn eigen geluk.
Factum fieri_infectum non potest: Wat gedaan is, kan niet ongedaan worden gemaakt.
Fama nihil est celerius: Niets is sneller dan roddel.
Felicitas multos habet amicos: Geluk telt veel vrienden.
Gratia gratiam parit: Gunst baart gunst (De ene dienst is de andere waard)
Ieiunus raro stomachus vulgaria temnit: Een hongerige maag misprijst zelden gewone kost.
Ignoscito saepe alteri, numquam tibi: Vergeef vaak een ander, nooit jezelf.
Imperare sibi maximum imperium est: Zichzelf beheersen is de hoogste vorm van heersen.
In medio virtus: De deugd ligt in het midden.
Imperitia culpae adnumeratur: Onbekwaamheid wordt aangerekend als schuld.
In vino veritas: In wijn zit waarheid.
Is fecit cui prodest: Hij die er baat bij heeft, heeft het gedaan.
Laedere facile, mederi difficile: Kwetsen is gemakkelijk, een wonde genezen is moeilijk.
Manet post funera virtus: Deugd blijft ook na de dood voortleven.
Manus manum lavat: De ene hand wast de andere.
Mens sana in corpore sano: Een gezonde geest in een gezond lichaam.
Miscere utile dulci: Het nuttige met het aangename vereningen.
Multa petentibus desunt multa: Aan hen die veel wensen, ontbreekt veel.
Nil volentibus arduum: Niets is onmogelijk voor hen die willen.
Nimia familiaritas parit contemptum: Overdreven gemeenzaamheid leidt tot verachting.
Non numeranda sed ponderanda sunt argumenta: Argumenten moeten niet geteld maar gewogen worden.
Occasio furem facit: De gelegenheid maakt de dief.
Omne principium difficile: Alle begin is moeilijk.
Papa locuta causa finita: Als de Paus heeft gesproken is de zaak afgedaan
Periculum in mora: Er zit gevaar in uitstel.
Potius sero quam numquam: Liever laat dan nooit.
Quieta non movere: Wat rust, niet aanraken.(Geen slapende honden wakker maken)
Requiescat in pace: Hij/zij ruste in vrede.
Res, non verba: Geen woorden maar daden.
Sapere aude: Heb de moed om verstandig te zijn.
Si vis amari, ama: Als je wil bemind worden, bemin dan zelf.
Sol omnibus lucet: De zon schijnt voor allen.
Stultorum infinitus numerus est: Het aantal van de dwazen is oneindig.
Ubi bene, ibi patria: Waar ik me goed voel, is mijn vaderland.
Urbi Papa ibi Roma: Waar de Paus is daar is Rome
Usus est tyrannus: Gewoonte is een tiran.
Usus magister est optimus: Ervaring is de beste leermeester.
Ut ameris ama: Om bemind te worden moet je liefde kunnen geven.
Varium et mutabile semper femina: Iets veranderlijks en wispelturig is de vrouw.
Verba volant, scripta manent: Woorden vervliegen, het geschrevene blijft.
Virtus post nummos: Deugd komt vaak pas na het geld.
Vita brevis est, longa ars: Het leven is kort, maar de kunst leeft eeuwig.
Vulpes pilum mutat, non mores: Een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken.
Citaten: 


A
Acta est fabula: Het spel is afgelopen.
Met deze woorden werd in Romeinse schouwburgen het einde van een voorstelling bekendgemaakt.
keizer Augustus zou ze op zijn sterfbed gesproken hebben.
Alea jacta est: De teerling is geworpen/de beslissende stap is gedaan. Een niet geheel juiste Latijnse vertaling van de Griekse woorden die Caesar gesproken heeft in 49 v. C., toen hij met zijn leger de Rubicon (grensrivier tussen Italië en Gallia)
overtrok. Een wet gebood elke Romeinse veldheer die van het noorden kwam, zijn troepen af te danken alvorens deze rivier te overschrijden. Caesars stap betekende dus een oorlogsverklaring aan de Senaat.
Audaces fortuna juvat: Het geluk is met de stoutmoedigen. (Virgilius)
Aut Caesar, aut nihil: Of Caesar, of niets. (=alles of niets) (Cesar Borgia)
Auri sacra fames: De vervloekte goudhonger.
Ave atque vale: Heil en vaarwel (Afscheidsgroet)
Ave Caesar morituri te salutant!: Gegroet Casesar!, zij die gaan sterven groeten u.
Woorden van zwaardvechters volgens Suatonius
Ave Caesar lucratori te salutant!: Gegroet Caesar, zij die zich gaan verrijken groeten u.
'Variant met een knipoog' naar de voorgaande uitspraak.
B
Beati pauperes spiritu: Gelukzalig zijn de armen van geest.
Latijnse vertaling van Mattheus 5 vers 3 uit het Grieks:
Ironische variant van Beati possidentes (=zalig zijn de bezitters), in juridische zin
gebruikt om aan te duiden dat het bezit als zodanig beschermd wordt.
Bis repetita placent: Herhaling van iets dat men mooi vindt. (Horatius)
C
Caveat emptor: De koper zij op zijn hoede.
 Cogito, ergo sum: Ik denk, dus ik besta. Van de 16e eeuwse Franse filosoof Descartes.
Contraria contraiis curantur: Het tegengestelde wordt door het tegengestelde
genezen. (Hippocrates)
D
De facto: In werkelijkheid.
Delenda Carthago: Carthago moet verwoest worden. Oneigenlijk gebezigd met betrekking tot iets waaraan, hoe dan ook, een einde gemaakt
moet worden en waarop men telkens terugkomt. Woorden waarmee Cato de Oude elk van zijn redevoeringen besloten zou hebben.
De mortuis nil nisi bene: Van de doden niets dan goeds.
Toegeschreven aan Chilo.
Desinit in piscem mulier formosa superne: De van boven schone vrouw eindigt in een vis (Horatius) De uitkomst beantwoordt niet aan de verwachtingen. 
Diem perdidi: Ik heb een dag verloren. (Suetonius)  Woorden die door keizer Titus gezegd zouden zijn als hij een dag voorbij had laten gaan
zonder iemand wel te doen. 
Dignus est intrare: Hij is waardig binnen te komen. (Molière)
Donec eris felix, multos numerabis amicos: Zo lang je gefortuneerd bent, zal je veel vrienden hebben.
Dulce et decorum est pro patria mori: Het is zoet en eervol voor het vaderland te sterven. (Horatius)
E
Errare humanum est: Dwalen is menselijk. (Hieronymus)
Et nunc, reges, intelligite, erudimini, qui judicati terram: En koningen weest verstandig,
u die oordeelt over het lot van de aarde, onderwijst uzelf.
Et tu, Brute: Ook gij, Brutus? Lat. vertaling van de Griekse woorden die Caesar volgens de overlevering sprak bij het zien van Brutus (die als zijn zoon gold) onder zijn moordenaars.
Exegi monumentum aere perennius: Een gedenkteken, duurzamer dan brons, heb ik voor mij opgericht. Horatius doelend op zijn eigen gedichten.
F
Felix qui potuit rerum cognoscere causas: Gelukkig hij, die de oorzaken (het wezen) der dingen, de noodwendige onderlinge samenhang van alles, heeft leren inzien. (Virgilius)
Fluctuat nec mergitur: Het wordt heen en weer gegooid door de golven maar zinkt niet.
G
Gloria victis: Eer aan de verslagene. Woordspeling op "Vae victis" (Brennus, 390 BCE).
Gnothe seauton (Greek): Ken u zelve. Spreuk boven de tempel van Apollo te Delphi, aan verscheidende Griekse wijzen toegeschreven
I
In vino veritas: In wijn (dronkenschap) is de waarheid.
Ipso facto: Noodzakelijkerwijs.
Ira furor brevis est: Toorn is een korte razernij. (Horatius) d.w.z. de toornige is op dat moment ontoerekenbaar
Ita est: Zo is het.
Ita diis placuit: Aldus behaagde het de Goden.
M
Major e longinquo reverentia: Van verre is de eerbied groter.
Mens sana in corpore sano: Een gezonde ziel in een gezond lichaam. (Juvenalis)
Morituri te salutant: Zij die gaan sterven groeten u. Woorden van zwaardvechters volgens Suatonius.
N
Non licet omnibus adire Corinthum: Niet iedereen valt het ten deel naar Corinthe te gaan. (Horatius) (d.w.z. naar een plaats van weelde en vermaak.) 
Non omnia possumus omnes: Ieder kan niet alles. (Virgilius)
Nunc est bibendum: Nu is het tijd om te drinken. (Horatius)
O
O fortunates nimium, sua si bona norint agricolas: Oh gelukkigen, voorbij alle zaligheid
staan de boeren, als ze alleen maar hun geluk zouden kennen.
O tempora! o mores! : O tijden! O zeden! (Cicero)
P
Panem et circenses: Brood en spelen. (Juvenalis) Het enige waarnaar het Romeinse volk in de keizertijd verlangde.
Pax Romana: De vrede gewaarborgd door het Romeinse Rijk.
Plaudite cives!: Applaudisseert, inwoners! Woorden waarmee aan het eind van de Romeinse toneelstukken om de goedkeuring der toehoorders werd verzocht.
Q
Quid novi?: Wat voor nieuws (is er)?
Qui habet aures audiendi audiat: Hij die oren heeft, moet leren hoe ze te gebruiken.
Quis, quid, ubi, quibus auxiliis, cur, quomodo, quando?: Wie, wat, waar,
op welke wijze, waarom, hoe en wanneer?
Quod erat demonstrandum: Hetgeen te bewijzen was. Geplaatst aan het slot van een bewijsvoering.
Quomodo vales: Hoe vaart ge?
Quot capita, tot sensus:  Zoveel hoofden, zoveel zinnen. (Terentius)
Quousque tandem?: Hoe lang nog (… Catilina, zult ge misbruik maken van ons geduld)? Begin van Cicero's eerste rede tegen Catilina
Quo vadis: Waarheen gaat gij? Volgens de legende sprak Petrus deze woorden toen hij, vluchtende uit Rome voor de vervolging door Nero, Jezus ontmoette.
R
Redde Caesari quae sunt Caesaris: Geef de keizer wat de keizer's is (Mattheus)
Ruber et Niger: Rood en zwart
S
Sic ad nauseam: En zo op naar het punt van het veroorzaken van zeeziekte.
Ook: tot je er misselijk van wordt / tot vervelens toe. Het Engelse 'nauseating' betekent: misselijk makend.
Sic transit gloria (mundi): Zo vergaat de heerlijkheid (grootheid) der wereld. Deze uitdrukking wordt gebruikt bij de kroningsceremoniën van de paus. Sic transit: komt zelfs voor in een liedje van Louis Davids. Hij, en anderen, bedoelen ermee: De glorie is verdwenen.
Singularis Porcus: Wild varken.
Si vis pacem…(para bellum): Indien gij de vrede wilt… (wees dan op de oorlog voorbereid)
Sol lucet omnibus: De zon schijnt voor iedereen. (Petronius)
Sursum corda: De harten omhoog!
T
Timeo Danaos et Dona ferentes: Ik vrees de Grieken, ook al brengen zij geschenken. (Virgilius) Doelt op het paard van Troje dat zij achterlieten
Tu quoque fili: En jij ook, zoon!
U
Ubi solitudinem faciunt, pacem appellant: Waar verwoesting gecreeerd is, noemt men het vrede.
Uti, non abuti: Te gebruiken, niet om te misbruiken.
V
Vade retro: Ga achter mij.
Vae victo, vae victis: Wee de overwonnen mens, wee de overwonnenen.
Vanitas vanitatum et omnia vanitas: IJdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid.
Veni vidi vici: Ik kwam, zag, overwon.
Bericht van Caesar aan de Senaat om zijn snelle overwinning op de koning van Pontus
(47 v. C.) te melden en te karakteriseren.
Veritas odium parit: De waarheid maakt vijanden.
Via Thermae Sanctae: De baden (aan de) Heilige Weg.
Boven de thermen in "De Romeinse Lusthof", genoemd als een van de verrichtingen van Bouwes Campus staat "Via Thermae Sanctae" – iets dat voor een willekeurige Asterix lezer volkomen onzin moet zijn. Voor Amsterdammers is het daarentegen uiterst helder: "Het Heiligenwegbad", een van de meest bekende openbare zwembaden in het centrum van Amsterdam.
Victrix causa deis placuit, sed victa Catoni: De zaak die gewonnen heeft, heeft de goden voor zich gehad, maar de verslagene Cato. Woorden van Cato Uticensis
Victurus te saluto: Hij die op het punt staat te overwinnen groet u.
Video meliora proboque deteriora sequor: Ik zie het betere en erken het, maar volg
het slechtere. (Ovidius)
Vinum et musica laetificant cor: Wijn en muziek strelen het hart.
Vis comica: Komische werking.