De aanleiding voor de oorlog op de Krim is een twist tussen Griekse en Roomse monniken om de heilige plaatsen in Jeruzalem. Nicolaas I Tsaar aller Russen en keizer Napoleon III van Frankrijk, mengden zich in het conflict dat al spoedig uit de hand zou lopen. Het Ottomaanse rijk dat in de negentiende eeuw o.a. de Balkan, Turkije, het Arabische schiereiland en het Heilige land omvatte, bevond zich in een lastig parket. Enerzijds moesten de Ottomanen stand houden tegen de Russische expansiedrang op de Balkan, anderzijds kende het rijk grote interne verdeeldheid en kon het slechts met moeite het hoofd bieden tegen het imperialistische Groot-Brittannië en Frankrijk. Uiteindelijk wees het Ottomaanse rijk, aangemoedigd door Engeland, een Russisch ultimatum af dat inhield dat de Turken verplicht zouden zijn om orthodoxe Christenen in Jeruzalem te beschermen. Hierop vielen in 1853 Russische troepen de Donau vorstendommen binnen. In oktober 1853 verklaarde het Ottomaanse rijk de Russen de oorlog waarop ook Oostenrijk ingreep en begin 1854 de Donau vorstendommen bezette.
Sebastopol
Op 14 september 1854 landde een gecombineerde strijdmacht van Turkse, Franse en Britse troepen op de kust van de Calamita baai (bij Eupatoria) op het Russische schiereiland de Krim. De strijdmacht bestaande uit ruim zestigduizend soldaten marcheerde op 19 september naar de hoofdstad Sebastopol dat zo’n vijftig kilometer verwijderd was van het landingsgebied. De bevelvoerder van het Russische leger, generaal Prins Menschikoff wachtte de vijand op bij de rivier de Alma. Hij verwachtte snel korte metten te maken met de invallers.
De strijd verliep echter anders. De Russen werden in een chaotische drie uur durende veldslag teruggeslagen. De gebrekkige communicatie tussen de Frans en Britse troepen leidde echter tot een grote slachting onder de eigen troepen. Exemplarisch voor de chaos is het feit dat de opperbevelhebber van de Britten, Lord Raglan, zich op een gegeven ogenblik àchter de Russische linie bevond en van daaruit het bevel over zijn troepen voerde!
Op zeventien oktober 1854 bereiken de Frans-Britse-Ottomaanse troepen Sebastopol en begint een twee weken durende beschieting die echter weinig resultaat oplevert. Een tegenaanval van prins Menschikoff boekt meer succes. Hij weet de Ottomanen terug te drijven waardoor het Britse leger moet bijspringen. Een linie van Britse musketiers weet een cavaleriecharge tegen te houden. Deze linie staat sindsdien bekend als ‘the thin red line’.
Tien dagen na deze ‘strijd om Baklava’ begon de slag om Inkermann. Deze slag die in dikke mist en in ruw terrein werd geleverd, kostte meer dan 17000 (met name Russische) soldaten het leven. De gruwelijke slachtpartijen werden door de schrijvende pers bekend gemaakt aan de diverse thuisfronten en zorgden daar voor hevige beroering. De journalist William Howard Russel (1821-1907) legde verslag voor the Times. Door zijn artikelen werd een jonge verpleegster, Florence Nightingale (1820-1910) gestimuleerd iets voor de gewonde soldaten te doen. Hiermee werd ze de grondlegster van de moderne verpleging.
Tijdens de winter van 1854-1855 kwamen veel soldaten van het Brits-Frans-Ottomaanse leger om vanwege de gebrekkige aanvoerlijnen. Veel soldaten stierven door ziekte, honger of uitputting. Toen het voorjaar eindelijk aanbrak bereikte de winteruitrusting pas de soldaten. Te laat voor vele duizenden die door de koude Russische winter waren omgekomen.
Op 18 juni 1855 stond, als herinnering voor de slag bij Waterloo, een nieuwe aanval op Sebastopol gepland. Het was de bedoeling om de Franse en Britse samenwerking te bezegelen door op deze datum gezamenlijk aan te vallen. De aanval liep echter op niets uit en op 25 augustus gingen de Russen, geleid door prins Gortsjakow in de tegenaanval. In januari 1855 had Sardinië zich in de oorlog gemengd en gecombineerde Frans-Sardinische troepen wisten de Russische aanval tegen te houden.
Het einde van de Krimoorlog werd op acht september 1855 ingeluid door de laatste bestorming van Sebastopol. De stad werd door de Brits-Frans-Ottomaans-Sardinische troepen ingenomen maar de vijandelijkheden duurden nog tot februari 1856. Eind maart werd de vrede getekend in Parijs. In het vredesverdrag werd bepaald dat Rusland de Donaudelta zou verliezen en dat de Zwarte zee voortaan neutraal gebied zou zijn. Frankrijk en Groot-Brittannië garandeerden voortaan de veiligheid van christenen in het gehele Ottomaanse gebied en de Donauvorstendommen.
De Krimoorlog markeert het begin van de Oostenrijks-Russische tegenstelling op de Balkan. Deze tegenstelling zou in 1914 uitmonden in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) die vele miljoenen slachtoffers kostte en Europa voorgoed veranderd heeft.
Bronnen:
R.R. Palmer, J. Colton, A history of the modern world (New York, 1992).
Sesam Atlas bij de wereldgeschiedenis 2 (Apeldoorn, 1993).