Kamp Buchenwald

Het concentratiekamp Buchenwald werd in 1937 in directe nabijheid van Weimar gebouw, de bakermat van de Duitse klassieken. De SS deporteerde mannen, jongeren en kinderen voor wie geen plaats in de nationaalsocialistische volkerengemeenschap was naar het concentratiekamp op de Ettersberg: daaronder bevonden zich politieke tegenstanders van het naziregime, zogenaamde asocialen en criminelen, homoseksuelen, jehova's, joden of Sinti en Roma. Met het begin van de Tweede Wereldoorlog deporteerden de nazi's uiteindelijk mensen uit nagenoeg alle Europese landen naar Buchenwald. 95% van de gevangenen was op het tijdstip van de bevrijding van het kamp van niet-Duitse herkomst, dus niet uit het Duitse Rijk afkomstig. In totaal werden er van 1937 tot 1945 meer dan 250.000 mensen gevangen gehouden.

 

Medische proeven

 

In het hoofdkamp van Buchenwald en zijn in totaal 136 buitenkampen werden de gevangenen meedogenloos uitgebuit. In 1944 nam de SS-administratie van Buchenwald ook kampen over waar vrouwen en meisjes gedwongen werden om werk voor de Duitse oorlogsindustrie te verrichten. 56.000 mensen kwamen in Buchenwald en de bijbehorende buitenkampen om het leven; zij werden gedood, ze verhongerden, overleden aan ziektes of werden het slachtoffer van medische proeven. Sommige gevangenen, zoals de in totaal meer dan 8.000 Sovjet-Russische krijgsgevangenen werden door de SS bewust vermoord.

 

Door het isoleren van gevangenen en deportatie naar de nazivernietigingskampen was ook het concentratiekamp Buchenwald betrokken bij de moorden: vanuit Buchenwald vertrokken vernietigingstransporten met kinderen en zieke gevangenen naar Auschwitz en toen de SS bein 1945 de kampen in het Oosten ontruimde, gingen massatransporten in richting Buchenwald. Vlak voor het einde van de oorlog probeerde de SS het concentratiekamp te evacueren en dwong 28.000 gevangenen op dodenmarsen.

 

Toen het derde Amerikaanse leger het concentratiekamp Buchenwald op 11 april 1945 bereikte, vluchtte de SS en gevangenen van de geheime verzetsorganisatie openden het kamp. 21.000 gevangenen, waaronder meer dan 900 kinderen en jongeren werden bevrijd.

 

In juli 1945 volgden eenheden van het Rode Leger de uit Thüringen vertrekkende Amerikaanse legereenheden op. IN het voormalige concentratiekamp Buchenwald richtte de Sovjet-Russische geheime politie het speciaal kamp nr. 2 in. Van 1945 tot 1950 werden in Buchenwald ongeveer 28.500 mensen geïnterneerd, waaronder 1.000 vrouwen; dit gebeurde zonder gerechtelijk vonnis en voor onbepaalde tijd. Het overgrote deel van de gevangenen waren mannen in de leeftijd tussen 40-60 jaar. De meesten waren lid van de NSDAP geweest of bekleedden functies in de partijen de bijbehorende organisaties, voornamelijk op lokaal niveau; of ze waren actief geweest in het bestuursapparaat van de nazi's., bij de politie of in het justitieel apparaat.

 

De omstandigheden voor de gevangenen in het speciale kamp Buchenwald waren uiterst slecht. In totaal kwamen er meer dan 7.100 mensen om het leven. De doden werden ten noorden van het kamp en in de buurt van het station in massagraven bijgezet.

 

Na de opheffing van het speciaal kamp werd het in 1950 na een besluit van het politbureau van de SED voor een groot gedeelte ontmanteld en in 1958 werd er een gedenkteken op de zuidkant van de Ettersberg opericht. De 'Nationale Mahn- und Gedenkstätte Buchenwald' werd de grootste Duitse gedenkplaats voor concentratiekampen.

 

Aan de hand van vier permanente tentoonstellingen en een omvangrijk aanbod aan informatie kunnen bezoekers van de gedenkplaats op uiteenlopende wijze kennis maken met de geschiedenis van Buchenwald. Op het terrein geven informatieborden toelichting bij gebouwen en resten van de kampen.

 

 

Bron: Wegwijzer voor de Gedenkplaats Buchenwald. Stiftung Gedenkstätten. Informatiebrochure.