Het Vredespaleis (1913)

Ontstaansgeschiedenis van het Vredespaleis

 

In Den Haag, de internationale stad van Vrede en Recht, wordt al jarenlang gewerkt aan een betere wereld, met als kloppend hart het Vredespaleis aan het Carnegieplein. Het Vredespaleis werd op 28 augustus 1913 officieel geopend. Tegenwoordig wordt het paleis gezien als hét internationale icoon van vrede en recht. Dit jaar vieren we tussen 28 augustus en 21 september dat het Vredespaleis honderd jaar bestaat. Kort na de Eerste Haagse Vredesconferentie, die in 1899 in Den Haag plaatsvond, werd besloten tot de bouw van een Tempel van de Vrede, het Vredespaleis. Het Vredespaleis was een product van zijn tijd. Aan het einde van de 19e eeuw bloeide namelijk het ideaal van de wereldvrede als nooit  tevoren. Voor die tijd staken veel Europese naties steeds meer geld in de opbouw van professionele  legers en marinevloten. Er werd geëxperimenteerd met de ontwikkeling van nieuwe en grootschaliger wapens. De moderne tijd met zijn massale wapenverschrikkingen diende zich aan. Als reactie hierop ontstond aan het einde van de 19e eeuw een grote vredesbeweging. Onafhankelijke denkers, schrijvers en filosofen spraken zich uit voor de vrede. 
De Oostenrijkse pacifiste Bertha von Suttner is daar een goed voorbeeld van. Zij bracht in 1889 de roman ‘Die Waffen nieder’ uit. Hierin beschreef ze haar afschuw voor oorlogen. Daarnaast initieerde Von Suttner vredescongressen en -bewegingen en pleitte ze jarenlang voor de oprichting van een internationaal Hof van Arbitrage. In 1905 werden de inspanning van Von Suttner beloond met de Nobelprijs voor de Vrede. Zij was de eerste vrouw die deze onderscheiding kreeg. Vrede werd in die tijd dus steeds belangrijker. Er werden congressen georganiseerd over het verzachten van onvermijdelijk oorlogsleed tot het definitief uitbannen van oorlog. 

 

Eerste Haagse Vredesconferentie

 

Ook de Russische tsaar, Nicolaas II, was een voorstander van vredesbesprekingen. Hij merkte wat oorlog deed met zijn land en zijn schatkist. Daarom nodigde hij 26 landen uit voor een Vredesconferentie in Den Haag. Hij koos Den Haag uit als locatie, omdat Den Haag goed bereikbaar was vanuit het buitenland en de toenmalige koningin Wilhelmina familie van de tsaar was. De koningin stelde haar zomerpaleis Huis ten Bosch beschikbaar voor de bijeenkomst. Tijdens de Eerste Haagse Vredesconferentie reisden zo’n honderd gedelegeerden uit 26 landen naar Den Haag. Zij spraken over ontwapening en vrede. Uiteindelijk besloten de aanwezige landen tot oprichting van een internationaal arbitragehof, het Permanent Hof van Arbitrage. Landen konden dit arbitragehof vragen een internationale kwestie te beslechten.
Later werd bepaald dat het Hof van Arbitrage een passende huisvesting moest krijgen. Dat werd het Vredespaleis. Omdat de Eerste Haagse Vredesconferentie in Den Haag plaatsvond, besloot men de beoogde ‘vredestempel’ ook in deze stad te bouwen. 

 

Andrew Carnegie

 

In een zoektocht naar financiële middelen voor de bouw van het Vredespaleis werd de Amerikaanse staalmagnaat Andrew Carnegie benaderd. Carnegie was een groot bewonderaar van de Oostenrijkse Bertha von Suttner, die al jaren pleitte voor de oprichting van een internationaal Hof van Arbitrage. Bovendien was de staalmagnaat een vriend van de Amerikaanse diplomaat Andrew White. White vertegenwoordigde zijn land op de eerste Haagse vredesconferentie en was eveneens een groot voorstander van de bouw van het Vredespaleis. Hij haalde zijn steenrijke vriend over om anderhalf miljoen dollar te schenken. Carnegie had slechts één voorwaarde. Hij eiste dat er een bibliotheek gebouwd werd, verbonden aan het Vredespaleis. Het geld van Carnegie werd ondergebracht in de Carnegie-Stichting. Deze stichting is nog altijd verantwoordelijk voor het beheer van het Vredespaleis en is ook in het paleis gevestigd.

 

Ontwerp

 

Voor het ontwerp van het Vredespaleis werd een wedstrijd uitgeschreven. Architecten van over de hele wereld dienden hun voorstellen in. Er kwamen maar liefst 216 voorstellen binnen. Een jury van Europese en Amerikaanse architecten koos voor het plan van de Franse architect Louis Marie Cordonnier. Zijn ontwerp was eclectisch te noemen: opgetrokken in neorenaissancestijl, gecombineerd met gotische en barokke elementen. Het Vredespaleis is een carrévormig gebouw met daarin een binnenhof. De Fransman Cordonnier wilde op elke hoek van het paleis een hoge toren realiseren. Maar dat paste niet in het budget en daarom is zijn ontwerp aangepast. Het Vredespaleis heeft daardoor één grote klokkentoren en een kleinere toren. Daarnaast heeft het paleis twee rechtszalen, de Grote Rechtszaal en de Kleine Rechtszaal. Andere bekende zalen zijn de Grote Hal, de Japanse Zaal en de Ferdinand Bolzaal. De tuin rond het Vredespaleis is ontworpen door de Engelse landschapsarchitect Thomas Mawson. 
Hij legde het park, de vijver en de tuin op de binnenplaats aan. Het ontwerp van Mawson laat het gebouw door middel van terrassen geleidelijk overgaan in de tuin. De bouw van het Vredespaleis duurde zes jaar. Bij de oplevering van het gebouw in 1913 stond er een groot en statig paleis, dat vrede en gerechtigheid uitstraalde. En dat was precies de bedoeling. 

 

Interieur

 

Landen van over de hele wereld droegen bij aan de bouw van het paleis. De naties schonken bouwmaterialen, zoals marmer en graniet, en kunstwerken. Zo komt het uurwerk van de grote toren 
uit Zwitserland en de roestvrijstalen entreehekken uit Duitsland. Verder zijn er vazen uit Hongarije en China, beelden uit Polen en de Verenigde Staten, glas-in-loodramen uit Groot-Brittannië, een 
schilderij uit Frankrijk en slagtanden uit Thailand. 

 

Bouw

 

Tijdens de Tweede Haagse Vredesconferentie (1907) werd de eerste steen van het Vredespaleis gelegd. Zes jaar later, op 28 augustus 1913, werd het Vredespaleis plechtig geopend in het bijzijn van Koningin Wilhelmina en Andrew Carnegie. De sleutel van het toegangshek, een geschenk van Duitsland, werd ceremonieel aangeboden aan het Permanent Hof van Arbitrage. 

 

Het Vredespaleis krijgt meer bewoners

 

Naast het Permanent Hof van Arbitrage werd in 1922 het Permanent Hof van Internationale Justitie opgericht met een permanente bezetting. Dit was het rechtsorgaan van de Volkerenbond, de voorloper van de Verenigde Naties. Omdat het Vredespaleis internationaal gezien werd als centraal punt van vrede en internationaal recht, koos de Volkerenbond voor Den Haag en het Vredespaleis als vestigingsplaats. Leden van de Volkerenbond konden het Permanent Hof van Internationale Justitie vragen om geschillen te beslechten. Na de Tweede Wereldoorlog richtten 51 landen de Verenigde Naties op. Alle belangrijke organen van de VN kregen hun hoofdkantoor in New York. Alleen het Internationaal Gerechtshof, het rechtsorgaan van de VN, vestigde zich in Den Haag, in het Vredespaleis. Het Internationaal Gerechtshof is de opvolger van het Permanent Hof van Internationale Justitie. Het hof bestaat uit vijftien rechters uit allerlei landen. Deze rechters beslechten geschillen tussen lidstaten van de VN. Het gaat hierbij om disputen tussen landen over de uitleg of toepassing van internationale verdragen, gemeenschappelijke grenzen en zaken met betrekking tot de schending van consulair of diplomatiek recht. Daarnaast adviseert het Internationaal Gerechtshof de Verenigde Naties op het gebied van rechtsvragen. Het Internationaal Gerechtshof verschilt op een aantal punten van het Permanent Hof van Arbitrage. Bij het Hof van Arbitrage kunnen de partijen zelf de arbiters kiezen. Dat is bij het Internationaal Gerechtshof niet het geval. Verder kent het Internationaal Gerechtshof vaste procedures en twee voertalen, Engels en Frans. Bij het Permanent Hof van Arbitrage worden de te volgen procedures en de officiële talen bepaald door de partijen die betrokken zijn bij de zaak. Tot slot zijn de rechtszaken van het Internationaal Gerechtshof, in tegenstelling tot die van het Permanent Hof van Arbitrage, toegankelijk voor publiek. 

 

Bibliotheek en Haagse Academie voor Internationaal Recht

 

Naast de gerechtshoven, het Permanent Hof van Arbitrage en het Internationaal Gerechtshof, huisvest het Vredespaleis ook een bibliotheek en de Haagse Academie voor Internationaal Recht. De bibliotheek heeft een omvangrijke collectie op het gebied van het internationale recht. Eén van de oudste en bekendste boeken is Iure bellis ac pacis uit 1625, een werk van de Nederlandse rechtsgeleerde Hugo de Groot. De Groot beschrijft hierin zijn visie op oorlogsvoering. Het boek is eeuwenlang gebruikt als richtlijn voor het oorlogsrecht. Hetzelfde geldt voor Mare Liberum. In dit werk beschrijft Hugo de Groot dat de zee vrij is en niet geclaimd kan worden door een natie. Studenten, juristen, wetenschappers en andere geïnteresseerden maken dagelijks gebruik van de bibliotheek van het Vredespaleis, de grootste op het gebied van internationaal recht. Dit maakt het Vredespaleis tot een bijzonder kenniscentrum. De bibliotheek was aanvankelijk gehuisvest binnen de muren van het Vredespaleis. Sinds 2007 is de bibliotheek gevestigd in een nieuw gebouw, dat via een loopbrug is verbonden met het Vredespaleis. De Haagse Academie voor internationaal Recht geeft onderwijs op het gebied van internationaal publiek- en privaatrecht. In de zomermaanden organiseert de Academie colleges over dit onderwerp. Zo’n zeshonderd studenten van over de hele wereld komen dan naar het Vredespaleis om deze colleges bij te wonen. De Nederlandse winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede, Tobias Asser, was een van de grondleggers van de Academie. Asser dankte de Nobelprijs aan zijn inspanningen voor de oprichting van het Permanent Hof van Arbitrage. 

 

Den Haag wordt stad van Vrede en Recht

 

Na de Eerste en Tweede Haagse Vredesconferentie en de bouw van het Vredespaleis is Den Haag internationaal steeds bekender geworden als stad van vrede en recht. Het Vredespaleis speelt hierin natuurlijk een grote rol. Het gebouw heeft veel aanzien in de wereld; het huist respectabele hoven met hoge idealen. Politieke leiders van over de hele wereld komen naar Den Haag om met elkaar te praten over vrede en recht. Daarnaast benutten rechtsgeleerden de bibliotheek van het Vredespaleis om hun kennis over het internationale recht te vergroten. Door de vestiging van het Permanent Hof van Arbitrage en later ook het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, is de rol van het Vredespaleis op het wereldtoneel alleen maar groter geworden. Het Vredespaleis wordt internationaal gezien als hét icoon van vrede en recht.Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleek te meer de bijzondere status van het Vredespaleis. Het paleis en de tuin waren neutraal terrein en de Duitse bezetters respecteerden dat. Voor de zekerheid besloot de Volkerenbond zijn Permanent Hof van Internationale Justitie tijdens de Tweede Wereldoorlog te verhuizen naar Genève. Maar na afloop keerde het hof, in de vorm van het Internationaal Gerechtshof, direct weer terug naar het Vredespaleis. De Balkanoorlog in de jaren negentig veranderde de visie op de scheiding tussen nationaal en internationaal recht. In voormalig Joegoslavië maakten partijen zich schuldig aan misdrijven tegen de menselijkheid, zoals genocide en etnische zuivering. In het verleden was een dergelijke zaak een interne, nationale aangelegenheid. Landen die niet in de oorlog waren verwikkeld, bemoeiden zich niet met de situatie. Dat was nu echter anders. Er was wereldwijde verontwaardiging over de zaak, waardoor het een internationale kwestie werd. Na afloop van de oorlog bleef de internationale gemeenschap zich mengen in het Balkangebied. Om de oorlogsmisdadigers uit het gebied te vervolgen, werd het Joegoslavië-tribunaal opgericht. 


Omdat Den Haag internationaal inmiddels bekend stond als stad van vrede en recht, vestigde dit tribunaal zich eveneens in deze stad.Het Joegoslavië-tribunaal is slechts één van de vele organisaties die vandaag de dag in Den Haag gehuisvest zijn. In de stad zijn op dit moment meer dan 160 internationale organisaties en ambassades gevestigd, waar in totaal meer dan 14.000 mensen dagelijks werken aan één gemeenschappelijk doel: een veiliger en rechtvaardiger wereld. Nederland, met Den Haag en het Vredespaleis als kloppend hart, wordt gaandeweg steeds meer gezien als expertisecentrum op het gebied van internationale vredes- en rechtsvraagstukken. Nederland neemt het voortouw door voortdurend te streven naar verdere erkenning van de verplichte rechtsmacht van het Internationaal Gerechtshof. De geschiedenis van de afgelopen honderd jaar laat zien hoe de inzet van het land zich heeft ontwikkeld van vreedzame geschillenbeslechting tot wereldwijde rechtvaardigheid. Het gaat in eerste instantie om de opbouw van een nationale rechtsorde, werken aan de levensvatbaarheid van vrede en recht. Het uiteindelijke doel is het vestigen van een rechtsorde, waarin mensen overal ter wereld verantwoording moeten afleggen voor hun handelen en slachtoffers van misdrijven tegen de menselijkheid erkenning en genoegdoening ervaren. Nederland wil dat mensen over de hele wereld erop kunnen rekenen dat het recht zegeviert. Het Vredespaleis blijft zich de komende jaren ontwikkelen als baken van vrede en internationaal recht. Internationaal recht is immers op steeds meer zaken van toepassing.


Er is vandaag de dag behoefte aan universele verklaringen, waarin mensenrechten worden gewaarborgd. Tegelijkertijd komen er steeds meer internationale organisaties die zich inzetten voor vrede en recht. Deze 
organisaties blijven Den Haag kiezen als vestigingsstad. Wereldleiders, rechtsgeleerden, diplomaten en studenten zullen dus ook in de toekomst hun weg weten te vinden naar Den Haag en het Vredespaleis om met elkaar in gesprek te gaan over vrede en recht en om samen te werken aan een veiliger en rechtvaardiger wereld.

 

Bron: Vredespaleis.