De Nacht van Schmelzer

De Nacht van Schmelzer was de nacht van donderdag 13 op vrijdag 14 oktober 1966 en staat in de Nederlandse politieke geschiedenis bekend als de nacht waardoor het kabinet-Cals ten val kwam. Het was ook de eerste debat dat rechtstreeks op de televisie werd uitgezonden.

 

In de Tweede Kamer werd de begroting behandeld van het kabinet-Cals. Dat was een coalitiekabinet van PvdA, KVP, minister van Financiën Vondeling tot de PvdA. De oppositiepartijen (VVD, CHU) hadden grote bezwaren tegen de begroting, maar de KVP had veel kritiek. Het kwam erop neer dat het kabinet, volgens hen, onverantwoord hoge uitgaven wilde doen.

 

De begroting

 

Na langdurig kabinetsberaad werd pas eind augustus overeenstemming bereikt over het loon- en prijsbeleid en de begrotingspolitiek. Sinds het aantreden van het kabinet waren de uitgaven fors verhoogd. Omdat er sprake was van enige oververhitting van de economie besloot het kabinet de groei enigszins af te remmen. Desondanks zouden de uitgaven op de begroting van 1967 met f. 2070 miljoen stijgen, een groei van 11%. Om de uitgaven te dekken, werden enkele belastingverhogingen voorgesteld.

 

Het verloop van de Nacht van Schmelzer

 

Eerste termijn

De algemene politieke en financiële beschouwingen begonnen op 11 oktober. VVD-fractieleider Toxopeus opende met een frontale aanval op het kabinetsbeleid. Hij daagde de regeringsfracties (met name KVP en ARP) uit zich duidelijk uit te spreken over de vraag of zij het regeringsbeleid nog steunden. Oppositiepartij CHU vroeg om een ander beleid, met name op financieel gebied.
KVP-fractievoorzitter Schmelzer stelde een aantal klemmende vragen over de begroting en de inkomenspolitiek. Minister Vondeling diende aan te tonen dat de begroting degelijk was. Was het uitgavenpeil niet te hoog, zo vroeg Schmelzer het kabinet. De visie van de KVP-fractie werd onderbouwd door financieel woordvoerder Notenboom.
De fractievoorzitter van de PvdA, Nederhorst, wilde trouw blijven aan het door zijn partij in 1965 gegeven 'jawoord'. Wel vroeg hij duidelijkheid van de KVP. ARP-fractievoorzitter Roolvink hield zich het recht voor met amendementen (wijzigen van een wetartikel) te komen om de begroting solider te maken.
Minister-president Cals benadrukte in zijn antwoord op 13 oktober, dat het financiële beleid het beleid van het gehele kabinet was. Het kabinet vormde een team. Hij vroeg het nadrukkelijke vertrouwen van de Kamer voor dat beleid. Dat vertrouwen noemde hij een absolute voorwaarde om het werk te kunnen voortzetten. Minister Vondeling ontkende dat de begroting niet solide zou zijn. Er was volgens hem geen sprake van dat er een kuil was gegraven voor een volgend kabinet.

 

Tweede termijn

Schmelzer diende in tweede termijn vragen in over het uitgavenpeil en het dekkingstekort, over de prioriteitenstudie en over de loonpolitiek. Edzo Toxopeus, de fractievoorzitter van de VVD, diende hierop een motie van wantrouwen in. Ook Bauke Roolvink, fractievoorzitter van de ARP, wilde een motie indienen, maar werd teruggefloten door zijn partijgenoot Barend Briesheuvel. Briesheuvel was eerder op uitdrukkelijk verzoek van de ARP-fractie in het kabinet blijven zetten, hoewel hij het oneens was met het dekkingsplan dat mede door de ARP gesteund werd. Dat Roolvink nu uitgerekend tegen dat dekkingsplan een motie ging indienen, was voor Biesheuvel onaanvaardbaar.

 

Fractieberaad

 

Een deel van de KVP-fractie bleek tijdens het fractieberaad van plan om de motie-Toxopeus te steunen. Omdat Schmelzer het uiteenvallen van de KVP vreesde, deed Schmelzer besluiten om alsnog een motie in te dienen.

 

Derde Termijn

De motie-Schmelzer werd aangenomen, dankzij stemmen van de KVP, de CHU en de VVD: ‘De Kamer, spreekt als haar overtuiging uit, dat mede met het oog op de mogelijkheden voor 1968 naast een verbetering van de dekking 1967 maatregelen ter voorkoming van extra-uitgavenstijging voor 1968 noodzakelijk zijn, nodigt de regering uit daartoe voorstellen te doen en gaat over tot de orde van de dag. Schmelzer’. Als gevolg hiervan trad het kabinet-Cals af. De nacht duurde tot half vijf ’s morgens.

 

Gevolgen

 

Het directe gevolg van ‘de Nacht van Schmelzer’ was de vorming van een overgangskabinet van KVP en ARP onder leiding van Jelle Zijlstra. Dat kabinet schreef voor begin 1967 vervroegde verkiezingen uit.

 

In de PvdA was een enorm wantrouwen gegroeid tegen de KVP en in 1969 werd op het congres een motie-Lammers aangenomen, waarin regeringssamenwerking met de KVP werd afgewezen. De PvdA ging zich richten op vorming van een linkse concentratie. Ook was het een begin van het Radicalenconflicht, dat tot het einde van de eenheid van de KVP leidde en het begin van de ondergang van het tijdperk Schmelzer leidde.

Bronnen:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Nacht_van_Schmelzer
http://www.geschiedenis24.nl/andere-tijden/afleveringen/2001-2002/50-Jaar-Televisie.html
http://www.parlement.com/9291000/biof/01211 
Nederlanders en hun gezagdragers, Examenkatern