De IRA

In 1921 was een Ierse Vrijstaat ontstaan. Het maakte zich in 1949 los van het Gemenebest door de Republiek Ierland (Eire) uit te roepen. Noordelijk Ierland (Ulster) was bij Engeland gebleven. In Ulster deelden de protestantse Unionisten de lakens uit. Unionisten wilen een Unie met Engeland in stand houden.

 

Kloof

 

Er bestond een diepe kloof tussen de Brits-gezinde protestantse meerderheid en een rooms-katholieke minderheid. De kloof was niet alleen gebaseerd op het geloof, maar ook sociale en politieke tegenstellingen. Rooms-kathlieken wilden bijvoorbeeld aansluiting van Ulster bij Ierland ('Home rule is Rome rule'). Protestanten werden vaak bevoorrecht bij benoemingen in overheidsfuncties. Het had te maken met de Ierse geschiedenis waarbij de protestanten afstamden van Britse kolonisten. In het Parlement was verder een sterke ondervertegenwoordiging van rooms-katholieken. In het overwegend katholieke Londonderry bijvoorbeeld was het door een verouderderd kiesstelsel mogelijk dat de protestanteni n de de gemeenteraad een meerderheid bezaten.

Vanaf 1969 namen spanningen in Ulster toe. Katholieken organiseerden een beweging voor gelijke burgerrechten. Marsen en demonstraties werden gehouden. Het kwam tot felle botsingen met de fanatieke protestante hulppolitie; de B-specials.

 

Burgeroorlog

 

Onder leiding van dominee Paisley werden protestantse tegenbewegingen georganiseerd. Geweld bleef niet uit. De verboden IRA (Irish Republican Army) reageerde onder andere met bomaanslagen. De Britse regering stationeerde troepen in Ulster om verdere escalatie te voorkomen. Een burgeroorlog dreigde.

 

In 1972 ontstond een bloedige confrontatie tussen de IRA in de vorm van sluipschutters en de Britse troepen in Londonderry. Ook onschuldige burgers kwamen om. Ulster werd onder direct bestuur van Londen gesteld en schakelde daarmee het zelfbestuur uit. De Britse regering wilde het kiesstelsel hervormen, maar dit stuitte op hevig verzet van protestantse zijde.  De Ulster Defence Association (UDA) was een tegenwicht tegen de IRA.

 

Tussen 1969 en 1985 zijn 2100 doden gevallen. 300 van hen waren Britse militairen. De IRA achtte zich in een staat van oorlog met Engeland. In de jaren 1990 werd toenadering gezocht tussen de IRA en Engeland. In 2005 gaf de IRA de gewapende strijd op.

 

Bron: J. Knigge, Historisch Perspectief. Wereldgeschiedenis van de 20e eeuw. Boek II, 1945-heden (Groningen, 1985).