Bij de Tijd 3: De toekomst van het geschiedenisonderwijs

Tijdens het vierde Nationaal Congres Geschiedenisonderwijs (9 maart 2018) is Bij de Tijd 3 aangeboden. Het is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt met de ontwikkeling van curricula en toetsing in het (geschiedenis)onderwijs. Het wil inzicht verschaffen in de wensen en ideeën van de geschiedenisdocenten voor de ontwikkeling van hun vak.

 

Graag deelt de Vereniging Geschiedenisdocenten in Nederland (VGN) haar ervaring op een manier die nuttig is voor anderen, die zich met dezelfde vragen en opdrachten bezighouden. Bij de Tijd 3 is het vervolg op Bij de Tijd 1 en 2. In de Bij de Tijd-trilogie draait het om een visie op ons vak geschiedenis. Bij de Tijd 1 bevat tien hoofdstukken, die alle gevolgd worden door koersuitspraken. Die koersuitspraken hebben als doel een discussie te starten over de toekomst van het vak geschiedenis.

 

In het onderstaande manifest is een beknopte samenvatting van Bij de Tijd 3 te lezen:

 

Historisch besef

 

Geschiedenisonderwijs zorgt voor historisch besef. Dat is het begrijpen van de samenhang tussen verleden, heden en toekomst. Dit besef biedt inzicht en overzicht in die enorme grote wereld die achter ons ligt en tegelijkertijd deel uitmaakt van het heden en dus van onze cultuur. Dit besef laat ook zien dat de toekomst mede afhankelijk is van de keuzes die wij maken.

 

Historisch denken en redeneren

 

In het geschiedenisonderwijs staat het leren van historisch denken en redeneren Zie het schema op p. 18. In Bij de Tijd 3 staat een voorbeeld van een aanzet van een planmatige en gestructureerde leerlijn voor historisch denken en redeneren van primair onderwijs tot en met de laatste klas van het voortgezet onderwijs.

 

Historische kennis

 

Historische kennis is nodig voor de leerling om zich kunnen oriënteren in de tijd én de wereld. Het gaat dan om het ‘wie, wat, waar en wanneer’ van het ‘verhaal’. Hierbij is de vraag onvermijdelijk, hoe het beste aangesloten kan worden bij de interesses en behoeften van leerlingen. Motivatie en interesse zijn immers de bron van succesvol geschiedenisonderwijs.

 

Historisch belang

 

De inhoud van het geschiedenisonderwijs heeft steeds een expliciete relatie met de hedendaagse wereld. In lessen over historische onderwerpen is steeds ruimte  om aandacht te besteden aan de bestaansverhelderende vraag: wat betekent de inhoud van die lessen voor de leerling en voor zijn/haar plaats in de samenleving. Daarvoor worden in het geschiedenisonderwijs belangrijke vaardigheden als  inlevingsvermogen en kritisch omgaan met informatie

 

Burgerschap

 

Naast de bestudering van de geschiedenis aan de hand van tijdvakken en andere periodisering komt er meer ruimte voor lengtedoorsneden door het verleden in de vorm van diachrone thema’s, zoals aspecten van het dagelijks leven, middelen van bestaan, burgerschap en religie.

 

Kenmerkende aspecten

 

De onderverdeling van het verleden in tien tijdvakken staat in de bovenbouw van het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Deze ordening wordt regelmatig geëvalueerd en aangevuld met ontwikkelingen uit de wereldgeschiedenis.

De huidige kenmerkende aspecten van de tijdvakken worden vervangen door ontwikkelingen en kantelpunten met een minder voorschrijvend karakter. Hierdoor krijgt de vrijheid van onderwijs van de leerkracht binnen deze kaders  alle ruimte.

 

In de onderbouw van het basisonderwijs ontdekken leerlingen het bestaan van het verleden en ontwikkelen ze besef van objectieve tijd (‘chronologie’) en van ervaren tijd (tempo, duur) die samenkomen in historisch tijdsbesef. Tijd is het belangrijkste concept dat geschiedenisonderwijs onderscheidt van andere vakgebieden.

 

In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs staat historisch denken en redeneren centraal aan de hand van betekenisvolle en bestaansverhelderende diachrone en andere thema’s.

In het geschiedenisonderwijs wordt expliciet aandacht besteed aan de historische component van burgerschap in relatie tot het heden. Historisch besef en het leren van historische denk- en redeneervaardigheden gaat gepaard met waardenbepaaldheid en waardenoverdracht. Het raakt immers aan de identiteit van individuen en groepen. Geschiedenis levert hierdoor een wezenlijke bijdrage aan persoonsvorming.

 

[ Lees hier het volledige manifest ]